Condenswater aftappen
Bij het afkoelen van warme lucht ontstaat condenswater. Een groot deel van het condenswater
wordt met de warme lucht mee naar buiten afgevoerd. Bij een hoge luchtvochtigheid zal niet al
het condenswater worden afgevoerd en zal geregeld het condenswater reservoir moeten
worden geleegd. Indien het condenswater reservoir vol is, gaat het waterreservoir vol indicatie
lampje op het bedieningspaneel (nr. 1) branden en geeft een geluidssignaal af, het apparaat
stopt automatisch. Het condenswater reservoir heeft een maximale inhoud van 1.7 liter.
Draai de condenswater aftapdop (nr. 9) eraf. Plaats een opvangbak onder de tuit en trek de
rubberen plug uit de tuit. Het water stroomt eruit, indien de opvangbak vol is, plaats dan de
plug terug, leeg de opvangbak en tap de rest van het water af.
Indien het condenswater continue dient te worden afgevoerd, plaats dan de condenswater
afvoerslang (nr. 16) op de tuit. Verwijder wel eerst de rubberen plug. De condenswater
afvoerslang kan met een andere slang (niet bijgeleverd) worden verlengt. Deze kan worden
aangesloten op een afvoer of naar buiten worden geleid. Zorg dat deze slang niet omhoog
loopt.
6
Gebruik
Haal het snoer uit de snoer opslagruimte (nr. 7) en steek de stekker in een geaard stopcontact.
A
B
C
D
E
A
Snelheid ventilatie schakelaar
B
Display
C
Timer functie schakelaar
D
Slaap functie schakelaar
E
Compressor indicatie lampje
Koelen
Druk op de aan/uit schakelaar (I) , het apparaat schakelt in de volgende modus:
Koelen met lage fan snelheid en een ingestelde temperatuur van 24° C. Het display (B) geeft
de temperatuur aan van de ruimte waar de airco is opgesteld (tussen de 0° C en 50° C).
Druk op de functieschakelaar (F) en selecteer de COOL functie, het lampje bij COOL gaat
branden. Stel de gewenste temperatuur in met de temperatuur instellings toetsen, toets G voor
de temperatuur omhoog in te stellen en toets H om de temperatuur omlaag in te stellen.
Op het display verschijnt weer de kamertemperatuur. Indien de ingestelde temperatuur onder
de kamertemperatuur komt, slaat de compressor aan en begint het apparaat met koelen. Het
compressor indicatielampje (E) gaat branden. Indien de gewenste ingestelde temperatuur
bereikt is, blijft de ventilator draaien maar gaat de compressor en het bijbehorende
indicatielampje (E) weer uit. Met de snelheid ventilatie schakelaar (A) selecteert u de gewenste
fan snelheid.
Fan functie
Druk op de aan/uit schakelaar (I) en vervolgens op de de functieschakelaar (F) en selecteer de
FAN functie, het lampje bij FAN gaat branden, druk vervolgens op de aan/uit schakelaar (I). In
de FAN functie koelt het apparaat niet, het apparaat is nu te gebruiken als ventilator.
F
G
H
I
J
F
Functieschakelaar
G
Temperatuur instelling hoger
H
Temperatuur instelling lager
I
Aan/uit schakelaar
J
Waterreservoir vol indicatie lampje
7