Als de voedingsindicator op de
subwoofer niet oplicht, probeert u
het volgende.
– Zorg dat het netsnoer van de
subwoofer goed in het stopcontact
zit.
– Druk op (voeding) van de
subwoofer om ze in te schakelen.
Als de voedingsindicator op de
subwoofer traag groen knippert of
rood oplicht, probeert u het
volgende.
– Verplaats de subwoofer dichter
naar het hoofdtoestel zodat de
voedingsindicator op de subwoofer
groen gaat branden.
– Volg de stappen in "De draadloze
verbinding met de subwoofer tot
stand brengen (LINK)" (pagina 51).
Als de voedingsindicator op de
subwoofer rood knippert, drukt u op
(voeding) op de subwoofer om de
voeding uit te schakelen en
controleert u of de ventilatieopening
van de subwoofer geblokkeerd is.
De subwoofer dient om bastonen
weer te geven. In geval van
ingangsbronnen die weinig bastonen
bevatten (bv. een tv-uitzending) is
het mogelijk dat het geluid uit de
subwoofer niet goed hoorbaar is.
Stel de Night-modus op [Uit] in. Voor
meer informatie, zie "'s Avonds
genieten van heldere geluiden bij een
lager volumeniveau (NIGHT)"
(pagina 33).
Geluid slaat over of bevat ruis.
Indien een apparaat dat
elektromagnetische straling opwekt
in de buurt is, bijvoorbeeld een
draadloos LAN of een magnetron in
gebruik, moet u dit systeem verder
van dergelijke bronnen plaatsen.
Indien er een obstakel tussen het
hoofdtoestel en de subwoofer is,
verplaats of verwijder het dan.
Plaats het hoofdtoestel en de
subwoofer zo dicht mogelijk bij
elkaar.
Verander de draadloos-LAN-
frequentie van elke draadloos-LAN-
router of pc in de omgeving naar de
5 GHz-band.
Schakel de netwerkverbinding van de
tv of de Blu-ray Disc-speler om van
draadloos naar bekabeld.
Aansluiten van USB-
apparaten
Het USB-apparaat wordt niet
herkend.
Probeer het volgende:
Schakel het systeem uit.
Verwijder het USB-apparaat en
sluit het vervolgens opnieuw aan.
Schakel het systeem in.
Controleer of het USB-apparaat
correct is aangesloten op de
poort (pagina 30).
Controleer of het USB-apparaat of
een kabel beschadigd is.
Zorg dat het USB-apparaat
ingeschakeld is.
Als het USB-apparaat aangesloten is
via een USB-hub, koppelt u het los en
sluit u het USB-apparaat rechtstreeks
op het systeem aan.
Aansluiten van mobiele
apparaten
De BLUETOOTH-verbinding kan niet
worden gemaakt.
Controleer of de BLUETOOTH-
indicator van het hoofdtoestel oplicht
(pagina 37).
Zorg dat het BLUETOOTH-apparaat
dat moet worden aangesloten,
ingeschakeld is en dat de
BLUETOOTH-functie geactiveerd is.
Plaats dit systeem dichter bij het
BLUETOOTH-apparaat.
(USB)-
73
NL