48V-accu en mono- of polykristallijne panelen
Minimaal aantal cellen in serie: 144 (4x 12V-paneel of 2x 24V-
paneel in serie).
Maximum: 216 cellen.
Opmerking: Bij lage temperatuur kan de nullastspanning van
een zonnepaneel met 216 cellen, afhankelijk van de plaatselijke
omstandigheden en de celspecificaties, 150V overschrijden. In
dat geval moet het aantal cellen worden verminderd.
3.3 Kabelaansluitvolgorde (zie afbeelding 1)
Ten eerste: sluit de accu aan.
Ten tweede: sluit het zonnepaneel aan (bij omgekeerde
polariteit warmt de controller op, maar wordt de accu niet
opgeladen).
3.4 Meer over de automatische herkenning van de
accuspanning
De systeemspanning wordt opgeslagen in het niet-vluchtige
geheugen.
In geval van een 24V- of 48V-accu treedt een reset (naar 12 V)
enkel op als de uitgangsspanning onder 2 V daalt en de
spanning bij de PV-ingang 7 V overschrijdt. Dit kan gebeuren
als de accu is losgekoppeld voordat de PV-spanning vroeg in de
ochtend weer gaat stijgen. Als de (24V- of 48V-) accu later die
dag weer wordt aangesloten, wordt de systeemspanning na 10
seconden weer hersteld naar 24 V resp. 48 V als de
accuspanning 17,5 V resp. 35 V overschrijdt.
De automatische herkenning van de accuspanning kan worden
uitgeschakeld en een vaste 12/24/26V- of 48V-
systeemspanning kan worden ingesteld met een pc of het Color
Control-paneel.
Een andere mogelijkheid is om de controller te resetten door de
uitgang kort te sluiten en gedurende enkele seconden een
spanning van meer dan 7 V op de ingang toe te passen
(bijvoorbeeld met een kleine stroomvoorziening of een
zonnepaneel). Na de reset stelt de controller zich automatisch in
op het 12V-systeem, of een 24V-systeem (als een 24V-accu met
minstens 17,5 V wordt aangesloten) of een 48V-systeem (als een
48V-accu met minstens 35 V wordt aangesloten). Om de MPPT
op 36 V in te stellen, is een pc of Color Control-paneel vereist.
5