Pontec PondoGarden 3200 Notice D'emploi page 18

- NL -
Productbeschrijving
Overzicht
 A Omschrijving
1 Aansluiting drukzijde, G1 binnendraad
2 Draaggreep
3 Motorbehuizing
4 Aan-uit-schakelaar
5 Netaansluitsnoer
6 Pompvoet
7 Pompbehuizing
8 Wateraftapschroef
9 Aansluiting zuigzijde, G1 binnendraad
10 Watervulschroef

Het apparaat bevat gietijzer, dat onderhevig is aan een natuurlijk corrosieproces. De werking van het apparaat
wordt daardoor niet beïnvloed.
Beoogd gebruik
Gebruik het in deze gebruiksaanwijzing beschreven product uitsluitend op de volgende manier:
• Ompompen en leegpompen van reservoirs of bassins.
• Irrigeren en besproeien.
• Transporteren van schoon water of regenwater.
• Waterafname uit bronnen.
– Alleen voor sproeien en gieten!
• Waterafname uit regentonnen of stortbakken.
• Bedien het apparaat met inachtneming van de technische gegevens. (→ Technische gegevens)
Mogelijk verkeerd gebruik
De volgende inperkingen gelden voor het apparaat:
• Niet toepassen voor continu bedrijf (bijvoorbeeld constant circuleren in een vijver).
• Niet geschikt voor zoutwater.
• Nooit vervuild water verpompen.
• Niet aansluiten op de drinkwatervoorziening.
• Niet geschikt voor drinkwater.
• Niet gebruiken voor commerciële of industriële doeleinden.
• Niet gebruiken in combinatie met chemicaliën, levensmiddelen, licht brandbare of explosieve stoffen.
Plaatsen en aansluiten

Om de geluiden van de pomp te reduceren, de pomp bij een vaste installatie via flexibele, drukvaste slangleidin-
gen met het leidingnet verbinden.

Rust de zuigleiding uit met een voorfilter en een terugslag- of voetklep. Bevestig de zuigslang extra (bijvoorbeeld
aan een houten blok bevestigen), om de pomp van het eigengewicht te ontlasten.
• Pomp horizontaal en standvastig, droog opstellen.
– Let erop bij een vaste installatie, dat voor het aftappen van de pomp een voldoende grote opvangbak onder de
aftapschroef kan worden geplaatst.
• Pomp zo mogelijk hoger opstellen dan het waterreservoir, waaruit moet worden gepompt. Anders tussen de pomp
en de zuigslang een drukvast ventiel monteren.
• Alleen zuigvaste vacuümslangen aan de perszijde en de zuigzijde gebruiken.
 B
• De zuigslang en de drukslang altijd met slangmondstuk, slangklem en fitting aan de zuigzijde (G1) of perszijde (G1)
vastschroeven.
18