i) Capaciteitsmeting
Controleer of alle te meten schakeldelen, schakelingen en componenten evenals andere meetob-
jecten absoluut spanningsloos en ontladen zijn.
Let bij elektrolyt-condensatoren absoluut op de polariteit.
- Schakel de DMM in en kies de meetfunctie "CAP".
- Druk 3x op de toets "MODE" om de meetfunctie om te schakelen. Op
het scherm verschijnt de eenheid "nF" voor capaciteitsmeting. Door
nogmaals op de knop te drukken, wordt de volgende meetfunctie
ingeschakeld.
- Verbind de rode meetleiding met de Ω-meetbus (7), de zwarte meet-
leiding met de COM-meetbus (8).
Door de gevoelige meetingang kan bij "open" meetleidingen een
waarde in het display worden weergegeven. Door indrukken van
de toets "REL" wordt het display gereset op "0". De autoran-
ge-functie blijft actief.
- Verbind de beide meetstiften (rood = pluspool/zwart = minpool) met
het meetobject (condensator). Op de display wordt na korte tijd de
capaciteit weergegeven. Wacht tot de schermwaarde gestabiliseerd
is. Bij condensatoren >40 µF kan dit enkele seconden duren.
- Zodra "OL" (voor Overload = overbelasting) op de display verschijnt,
hebt u het meetbereik overschreden.
- Verwijder na het meten de meetleidingen van het meetobject en
schakel de DMM uit.
107