- Steek na de voorkeuze de rode meetleiding in de meetbus "10A" (4) of
"µAmA" (5). Het zwarte meetleiding stopt u in de COM-meetbus (7).
- Maak nu met de beide meetstiften in de stroomloze toestand in serie
met het meetobject (batterij, schakeling, enz.). Het respectievelijke
stroomcircuit moet daarvoor worden gesplitst.
- Nadat de aansluiting is gebeurd, neemt u het stroomcircuit in gebruik.
- De betreffende polariteit van de meetwaarde wordt samen met de
actuele meetwaarde op het display weergegeven.
- Schakel na het einde van de meting het meetcircuit opnieuw
stroomloos en verwijder daarna de meetleidingen van het meetobject.
Schakel de DMM uit.
Is er bij een gelijkstroommeting een min "-" voor de meetwaarde
verschijnt, dan loopt de stroom tegengesteld (of zijn de meetlei-
dingen verwisseld).
Voor het meten van wisselstroom (A
- Schakel de DMM in en kies de gewenste meetfunctie "10A, mA, µA".
- Druk op de toets "MODE" om naar het AC-meetbereik om te schakelen. Op het display
verschijnt "AC". Door nogmaals op de knop te drukken, wordt weer naar het DC-meet-
bereik omgeschakeld enz.
- Schakel na het einde van de meting het meetcircuit opnieuw stroomloos en verwijder daarna de meetleidingen
van het meetobject. Schakel de DMM uit.
104
) gaat u te werk zoals hierboven beschreven.