Eerste opnamen maken
Opnamemodus instellen
Als de camera wordt ingeschakeld, wordt automatisch de opnamemodus actief. Linksbo-
ven in het display wordt een symbool voor de geselecteerde opnamemodus weergegeven.
Meer informatie over de opnamemodi en de symbolen vindt u op Pagina 62.
Tips voor goede foto's
•
Bij het indrukken van de sluiterknop mag de camera niet bewegen. Beweeg de camera
niet meteen na het indrukken van de sluiterknop. Wacht tot u het sluitergeluid hebt ge-
hoord. Gebruik eventueel een statief of de beeldstabilisator (zie Pagina 37) om de camera
een stabiele positie te geven en trillen te voorkomen.
•
Bekijk het motief in het display voordat u de sluiterknop indrukt.
•
Het hoofdonderwerp dient het grootste deel van het scherm in beslag te nemen en de
opname te domineren. Zorg dat u zich altijd dicht genoeg bij het onderwerp bevindt.
•
Let er bij opnamen van landschappen en gebouwen op dat u niet te veel van de omge-
ving in de foto opneemt. Dergelijke foto's kunnen ook interessant zijn. Gebruik in dat
geval echter liever de panoramafunctie.
•
Denk er bij portretopnamen aan dat het gezicht het hoofdonderwerp is, onderlichaam
of schoenen zijn hierbij niet relevant en horen niet in beeld te komen.
•
Foto's zijn interessanter om te bekijken als het onderwerp zich niet precies in het mid-
den van het beeld bevindt, maar iets meer naar de rand toe.
•
Veel mooie opnamen mislukken omdat de achtergrond te veel afleidt. Verander de
opnamehoek zodanig dat u een zo neutraal mogelijke achtergrond verkrijgt.
•
Houd u bij opnamen van landschappen aan de derdenregel, waarbij de opname wordt
onderverdeeld in drie horizontale gebieden. Door deze onderverdeling kan de fotograaf
de werking van de opnamen beïnvloeden. Opnamen met een onderverdeling van 1/3
lucht en 2/3 grond komen rustig en idyllisch over, terwijl foto's met een onderverdeling
van 2/3 lucht en 1/3 grond dynamischer en levendiger lijken.
Bij dit soort landschapsopnamen zijn de lijnen voor beeldindeling (zie Pagina 33) bijzon-
der handig, aangezien belangrijke beeldobjecten rond de kruispunten kunnen worden
gepositioneerd.
•
Geef uw opnamen diepte door meerdere niveaus in beeld vast te leggen, bijvoorbeeld
door de keuze van een geschikte voor- en/of achtergrond.
NL
FR
DE
35