De brander is voorzien van EG markering en is in overeenstemming met de essentiële eisen van
de volgende Richtlijnen:
– EG Certificaat Nr.: 0085BR0379 conform 90/396/EEG;
– Richtlijn EMC 89/336/EEG;
– Richtlijn Laagspanning 73/23/EEG;
– Richtlijn Machines 98/37/EEG;
– Richtlijn Rendement 92/42/EEG.
De brander is conform de beschermingsgraad IP 40 volgens EN 60529.
BRANDERGEGEVENS
Op het gegevensplaatje van het product zijn het registratienummer, het model en de belangrijkste technische
gegevens weergegeven. Als het gegevensplaatje geschonden of verwijderd is, kan het product niet met ze-
kerheid geïdentificeerd worden en zijn de installatie ervan en het onderhoud eraan moeilijk en/of gevaarlijk.
ALGEMENE GEGEVENS
Voor een verbranding met zo weinig mogelijk milieuverontreinigende emissies, moeten de afmetingen
en het type verbrandingskamer van de ketel, overeenkomen met bepaalde waarden.
Daarom is het raadzaam de Technische Servicedienst te raadplegen alvorens dit type brander te kiezen
voor de combinatie met een ketel.
Het vakbekwaam personeel is het personeel dat aan de technische professionele vereisten voldoet
die voorgeschreven worden door de wet van 5 maart 1990 nr. 46. De handelsorganisatie beschikt over
een dicht net filialen en technische servicediensten waarvan het personeel regelmatig deelneemt aan
opleidingen en bijscholingscursussen bij het Bijscholingscentrum van het bedrijf.
Deze brander mag alleen gebruikt worden voor het doeleinde waarvoor hij gemaakt is.
Alle contractuele en buitencontractuele aansprakelijkheid van de fabrikant voor schade of letsel aan
personen, dieren of zaken, door fouten bij de installatie, bij de afstelling, het onderhoud en door onei-
genlijk gebruik, is uitgesloten.
INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER
Als de brander bij het aansteken of bij de werking afwijkingen mocht vertonen, dan maakt de brander een
"veiligheidsstop" aangegeven door het rode vergrendelingssignaal van de brander. Om de omstandighe-
den voor het starten weer te herstellen, de ontgrendelingsknop indrukken. Zodra de brander weer start,
dooft het rode lampje. Deze handeling kan tot hoogstens 3 keer herhaald worden. Als de "veiligheidsstop-
pen" herhaaldelijk voorkomen, moet de Technische Servicedienst geraadpleegd worden.
FUNDAMENTELE VEILIGHEIDSREGELS
Het apparaat mag niet door kinderen of onervaren personen gebruikt worden.
Het is ten strengste verboden met doeken, papier of iets dergelijks de ventilatieroosters of de venti-
latie-opening van de ruimte waar het apparaat geïnstalleerd is, dicht te maken.
Pogingen tot reparatie van het apparaat door onbevoegd personeel, zijn verboden.
Het is gevaarlijk aan elektriciteitskabels te trekken of te draaien.
Het is verboden het apparaat hoe dan ook schoon te maken zonder eerst het apparaat van het elek-
triciteitsnet los te hebben geschakeld.
Maak noch de brander, noch onderdelen van de brander schoon met licht ontvlambare stoffen (bijv.
benzine, alcohol, enz.).
De kap mag alleen met water en zeep schoon gemaakt worden.
Zet geen voorwerpen op de brander.
Laat geen reservoirs en ontvlambare stoffen in de ruimte waar het apparaat geïnstalleerd is.
In enkele delen van de handleiding worden de volgende symbolen gebruikt:
!
OPGELET = voor handelingen waarbij extra voorzichtig opgetreden moet worden en waarvoor een
passende voorbereiding nodig is.
VERBODEN = voor handelingen die absoluut NIET uitgevoerd MOGEN worden.