• Gebruik het apparaat niet met een externe tijdschakel-
klok of een aparte afstandsbediening.
Overzicht van de bedieningselementen
Lampje (rood)
Temperatuurregelaar
Veiligheidsschakelaar
Restart-knop
Kabelvak
Frituurvetreservoir
Behuizing
Frituurmandje
Reglementair gebruik
Dit apparaat is bedoeld voor het frituren van levensmid-
delen.
Het is uitsluitend voor dit doeleinde bestemd en mag
uitsluitend daarvoor worden gebruikt. Het apparaat mag
uitsluitend worden gebruikt zoals is beschreven in deze
gebruiksaanwijzing. Gebruik het apparaat niet voor com-
merciële doeleinden.
Elk ander gebruik geldt als niet-reglementair en kan tot
beschadigingen of lichamelijk letsel leiden.
Clatronic International GmbH is niet aansprakelijk voor
beschadigingen veroorzaakt door niet-reglementair gebruik.
Inbedrijfstelling
voor de eerste inbedrijfstelling
1. Verwijder de verpakking. Haal het deksel van de fri-
teuse. In de friteuse bevindt zich het frituurmandje. Haal
alle voorwerpen uit de friteuse.
2. Wij adviseren om het deksel, de behuizing, het reservoir
en het frituurmandje schoon te maken zoals beschreven
onder Reiniging.
3. Trek de aansluitkabel uit het kabelvak.
Aanwijzingen voor het gebruik
1. Verwijder regelmatig in de olie achtergebleven frituur-
resten (bijv. stukjes patat). Na meerdere keren gebruik
moet u de olie vervangen.
Gebruik hoogwaardige frituurolie of frituurvet om te
frituren.
2. Vet en olie moeten op hoge temperaturen verhit kunnen
worden. Gebruik geen margarine, olijfolie of boter. Deze
vetsoorten zijn niet geschikt om te frituren, omdat ze bij
lage temperatuur al rook kunnen ontwikkelen.
Wij adviseren het gebruik van vloeibare frituurolie.
10
WAARSCHUWING GEvAAR!
• Vervang het vet / de olie regelmatig.
• Gebruik geen ingevroren diepvriesproducten!
• Bij te vochtige levensmiddelen (bijv. diep ingevro-
ren patat etc.) ontstaat een sterke schuimvorming,
waardoor in het ongunstigste geval het hete vet /
de hete olie kan overlopen en letsel kan veroorza-
ken.
3. Ter vermindering van het acrylamide-gehalte in zet-
meelhoudende levensmiddelen (aardappelen, graan)
wordt aanbevolen, om bij het frituren een temperatuur
van 170 °C (evt. 175 °C) niet te overschrijden. Verder
geldt om de frituurtijd zo kort mogelijk te houden en het
frituurmateriaal maximaal goudgeel te frituren.
4. Let erop, dat de veiligheidsschakelaar bediend wordt,
als het stuurelement in de geleiding geschoven werd.
5. Kies de geschikte frituurtemperatuur en neem daarbij de
toestand van het frituurmateriaal in acht. De richtlijn is:
Voorgefrituurde voedingsmiddelen hebben een hogere
temperatuur nodig dan rauwe voedingsmiddelen.
6. Als olie of vet nog heet is, mag u de friteuse niet dragen
of bewegen.
7. Strijk bij het frituren van deegachtige levensmiddelen het
overtollige deeg af, en breng ze voorzichtig in de olie.
8. Let erop, dat het handvat van het frituurmandje correct
bevestigd werd.
• D ruk de draadeindes aan het vrije einde van het
handvat samen.
• B reng de hoeken in de draadogen in het binnenste
van het mandje.
• F riteuse mag voor max. 2/3 gevuld worden. Frituur-
mandje niet overvullen.
9. Vochtige levensmiddelen eerst met een doek droogwrij-
ven.
LET OP:
Bij te vochtige levensmiddelen (bijv. diep ingevro-
ren patat etc.) ontstaat een sterke schuimvorming,
waardoor in het ongunstigste geval de hete olie ook
kan overlopen.
Gebruik
1. Zorg ervoor, dat het apparaat losgekoppeld is van het
stroomnet en uitgeschakeld is.
2. Haal het deksel van de friteuse.
3. Verwijder het frituurmandje en vul olie of vet in het
reservoir (maximaal 3 l). Het vulpeil moet tussen de min-
en max-markering liggen.
4. Steek de stekker in een geaarde contactdoos 230 V,
50 Hz. Stel de temperatuurregelaar door te draaien op
de gewenste temperatuur in.
5. Het controlelampje brandt tijdens het verwarmen en
gaat uit, zodra de gewenste temperatuur bereikt is.
Plaats het frituurmandje met het frituurmateriaal voor-
zichtig in het hete vet.
6. Het controlelampje wordt tijdens het frituren meerdere
keren in- en uitgeschakeld. Dit is normaal en geeft