Met twee sensoren (voorbeeld T1)
Druk op toets A om de waarden
MAX, MIN, AVG van sensor T1
en de verschilwaarde T2-T1
weer te geven.
Druk op toets D om de waarden
MAX, MIN, AVG van sensor T2
en de verschilwaarde T1-T2 weer
te geven.
Geheugenfunctie / Geheugen oproepen
7
Het toestel beschikt over 10 geheugenplaatsen.
Druk op de toets LOG om de actuele meetwaarde op de volgende beschikbare
geheugenplaats op te slaan. De succesvolle opslag wordt bevestigd door middel
1 sec
van een akoestisch signaal.
Druk lang op de toets LOG om het meetwaardegeheugen op te roepen.
Meetwaarde en geheugenplaats worden afwisselend weergegeven.
3 sec
Druk kort op de toets ESC om het meetwaardegeheugen te verlaten.
1 sec
26
NL
Geheugenplaats
wijzigen