Ingebruikname en Werking
Verwijder al het verpakkingsmateriaal en houd het buiten het bereik van kinderen.
Controleer na verwijdering van de verpakking of het apparaat geen beschadigingen
of tekenen die op een fout/defect/storing kunnen wijzen, vertoont. Gebruik het appa-
raat in geval van twijfel niet, maar wend u tot uw leverancier ter controle / vervan-
ging.
Kies een geschikte plaats voor het kacheltje op een stevige, horizontale ondergrond,
minimaal een meter verwijderd van alle obstructies, muren en brandbare materialen
(zie ook de veiligheidsvoorschriften).
Zorg ervoor dat de kachel uitgeschakeld staat (schakelaar op OFF) en steek dan de
stekker in een correct werkend 230V-50Hz stopcontact.
Door de AAN/UIT-schakelaar nu één stand naar rechts te bewegen (op FAN) scha-
kelt u de ventilator in. Het kacheltje zal onverwarmde lucht verspreiden en het on-
derste indicatielampje brandt.
Door de AAN/UIT-schakelaar nog een stand naar rechts te schuiven (op HI) schakelt
u de verwarming in. Het kacheltje zal nu warme lucht verspreiden (300 Watt) en ook
het bovenste indicatielampje brandt.
Door het uitblaasrooster iets naar boven of naar onderen te richten kunt u de blaas-
richting van het kacheltje in verticale richting bijstellen.
Wanneer u het kacheltje wilt uitschakelen, schuif de schakelaar dan éérst één stand
naar links (op FAN) en geef het kacheltje gelegenheid zichzelf ongeveer vijf minuten
na te koelen. Schakel daarna ook de ventilator uit door de schakelaar helemaal naar
links (op OFF) te schuiven. Neem na het uitschakelen van het kacheltje altijd de
stekker uit het stopcontact.
Beveiligingen
Het kacheltje is voorzien van een omvalbeveiliging die het kacheltje uitschakelt wan-
neer het onverhoeds om mocht vallen. Wanneer u het vervolgens weer rechtop zet her-
vat het zijn werking.
De oververhittingbeveiliging schakelt het kacheltje definitief uit wanneer het inwendig
te heet wordt. Dat kan gebeuren wanneer het kacheltje zijn warmte onvoldoende kan
afgeven of te weinig frisse lucht kan aanzuigen. Doorgaans is de oorzaak dus (gedeelte-
lijke) afdekking van het kacheltje, verstopping van de aanzuig- en/of uitblaasroosters,
plaatsing te dicht bij bijv. een muur enz. Doordat bij oververhitting de beveiliging door-
brandt is het kacheltje niet te resetten. Slechts een ingrijpende reparatie kan na overver-
hitting uw kacheltje herstellen. Houd het kacheltje dus te allen tijde schoon, zorg voor
voldoende ruimte om het kacheltje en dek het nooit ergens mee af!
7