vlakken als een bed of hoogpolig tapijt, waardoor openingen afgesloten kunnen ra-
ken.
15. De lucht rond een kachel moet vrij kunnen circuleren. Plaats hem dus niet te dicht
op muren of grote voorwerpen en niet onder een plank, kast o.i.d.
16. Voorkom dat vreemde voorwerpen door de ventilatie- of uitblaasopeningen de ka-
chel binnendringen. Dit kan een elektrische schok, brand of beschadiging veroorza-
ken.
17. Laat een werkende kachel nooit zonder toezicht achter maar schakel hem éérst uit
en neem vervolgens de stekker uit het stopcontact. Altijd stekker uit het stopcon-
tact als de kachel niet in gebruik is! Pak de stekker daartoe in de hand; trek nooit
aan het koord!
18. Schakel altijd de kachel uit, neem de stekker uit het stopcontact en laat de kachel
eerst afkoelen wanneer u:
- de kachel wilt schoonmaken
- onderhoud aan de kachel wilt uitvoeren
- de kachel aanraakt of verplaatst.
19. Deze kachel wordt heet tijdens het gebruik. Om brandwonden te voorkomen niet
met de blote huid de hete oppervlakken aanraken!
20. Stel de kachel niet automatisch in werking d.m.v. een tijdklok o.i.d. Voor gebruik
dient er altijd op veilige omstandigheden te worden gecontroleerd!
21. Zorg voor zorgvuldig toezicht wanneer dit apparaat wordt gebruikt in de aanwezig-
heid van kinderen of handelingsonbekwame personen. Sta kinderen niet toe met
het apparaat te spelen. Dit apparaat is niet geschikt om te worden bediend door
kinderen of personen met lichamelijke, zintuiglijke of geestelijke beperkingen of
door personen zonder kennis of ervaring met dit apparaat.
22. Houd de kachel schoon. Stof, vuil en/of aanslag in de kachel is een veelvoorko-
mende reden voor oververhitting. Zorg ervoor dat dergelijke neerslag regelmatig
wordt verwijderd.
23. Stel het apparaat niet in werking wanneer u beschadigingen constateert aan appa-
raat, elektrokabel of stekker, of wanneer het slecht functioneert, is gevallen of op
andere wijze een storing vertoont. Breng het complete apparaat terug naar uw leve-
rancier of een erkend elektricien voor controle en/of reparatie. Vraag altijd om origi-
nele onderdelen.
24. Gebruik geen toevoegingen/accessoires op de kachel, die niet zijn aanbevolen of
geleverd door de fabrikant.
25. Het apparaat mag uitsluitend worden geopend en/of gerepareerd door daartoe be-
voegde en gekwalificeerde personen.
26. Gebruik de kachel uitsluitend voor het doel waarvoor hij is ontworpen en op de wij-
ze zoals beschreven in dit instructieboekje.
Afwijkingen van 24, 25 en 26 kunnen schade, brand en/of persoonlijk letsel veroorzaken.
Zij doen de garantie vervallen en leverancier, importeur en/of fabrikant aanvaarden geen
aansprakelijkheid voor de gevolgen!
6