het elektrisch gereedschap en gereedschapsop-
zetstukken regelmatig en geef deze eventueel
service om lawaai te verminderen.
– Meld defecten aan het elektrisch gereedschap,
beschermingsinstallaties of gereedschapsop-
zetstuk zodra deze ontdekt werden, aan de voor
de veiligheid verantwoordelijke persoon.
3 Veilig arbeiden
– Gebruik de schuifstok of de handgreep met
schuifhout om het werkstuk veilig voorbij het
zaagblad te leiden.
– Verzeker u ervan dat steeds het spouwmes ge-
bruikt wordt en dat dit correct ingesteld is.
– Bovenste zaagbladbeschermingsinstallatie ge-
bruiken en correct instellen.
– Gebruik enkel zaagbladen, wiens hoogst toege-
laten toerental niet minder is dan het maximale
spindeltoerental van het gebruikte gereedschap
en die geschikt zijn voor het te snijden materiaal.
– Vouwen of groeven niet doorleiden, zonder dat
een geschikte beschermingsinstallatie, zoals
bv. een tunnelbeschermingsinstallatie, over de
zaagtafel aangebracht is.
– Cirkelzagen mogen niet voor sleuven (in het
werkstuk beëindige groef) gebruikt worden.
– Gebruik bij het transporteren van het elektrisch
gereedschap enkel de transportinstallaties.
Gebruik nooit de beschermingsinstallaties voor
handhaving of transport.
– Let er op dat tijdens het transport het bovenste
deel van het zaagblad afgedekt is, bijvoorbeeld
door de beschermingsinstallatie.
– Erop letten enkel afstandsschijven en spindelrin-
gen te gebruiken die geschikt zijn voor het door
de fabrikant aangegeven doel.
– De bodem rondom de machine dient vlak, zuiver
en vrij van losse partikels, zoals bv. spanen en
snijresten te zijn.
– Arbeidspositie steeds aan de zijkant van het
zaagblad.
– Geen snijresten of andere werkstukdelen uit
het snijbereik verwijderen zo lang de machine
loopt en het zaagaggregaat zich nog niet in de
rustpositie bevindt.
– Erop letten dat de machine, in zoverre dit mo-
gelijk is, steeds aan een werkbank of een tafel
bevestigd is.
– Lange werkstukken tegen afkantelen aan het
einde van het snijproces beveiligen (bv. afrolsta-
ander of rolbok).
– m Opgelet! Verwijder nooit losse splinters,
spanen of ingeklemde houtdeeltjes bij lopend
zaagblad.
• Voor het verhelpen van storingen of voor het
verwijderen van ingeklemde houtstukken de
machine uitschakelen - Stroomnetstekker
uittrekken -
• Aanpassingen, alsook instellings-, meet-, en
reinigingswerkzaamheden enkel uitvoeren
bij afgeschakelde motor.- Stroomnetstekker
uittrekken -
• Controleer voor het inschakelen dat sleutel en
instelgereedschappen verwijderd zijn.
Waarschuwing! Dit elektrisch gereedschap creëert
tijdens de werking een elektromagnetisch veld. Dit
veld kan onder bepaalde omstandigheden actieve of
passieve medische implantaten beïnvloeden. Om het
gevaar voor ernstige of dodelijke letsels te verminderen,
bevelen wij personen met medische implantaten aan
hun dokter en de fabrikant van het medische implantaat
te consultieren, voordat het elektrisch gereedschap
bediend wordt..
118 І 148
www.scheppach.com service@scheppach.com +(49)-08223-4002-99 +(49)-08223-4002-58
VEILIGHEIDSAANWIJZINGEN VOOR DE OMGANG
MET ZAAGBLADEN
Zet enkel de te gebruiken gereedschappen in,
1
wanneer u de omgang hiermee beheerst.
2
Let op het maximum toerental. De op het te gebru-
iken gereedschap aangegeven maximum toerental
mag niet overschreden worden. Hou, indien aan-
gegeven, het toerentalbereik aan.
3
Let op de motor- zaagblad-draairichting.
Gebruik geen gereedschappen met barsten. Neem
4
gebarsten gereedschappen buiten dienst. Een
service is niet toegelaten.
5
Reinig de spanvlakken van vervuilingen, vet, olie
en water.
Gebruik geen losse reductieringen of -bussen voor
6
het reduceren van boringen bij cirkelzaagbladen.
Let er op dat gefixeerde reductieringen voor het
7
beveiligen van het gereedschap dezelfde diameter
en minstens 1/3 van de snijdiameter hebben.
8
Verzeker u ervan dat gefixeerde reductieringen
parallel tegenover elkaar staan.
Handhaaf gereedschappen voorzichtig. Bewaar
9
deze best in de originele verpakking of speciale
containers. Draag beschermhandschoenen, om de
greepzekerheid te verbeteren en het letselrisico
nog te verminderen.
10 Verzeker u er voor het gebruik van het ge-
reedschap van, dat alle beschermingsinstallaties
reglementair bevestgd zijn.
11 Vergewis u er voor het gebruik van, dat het door u
gebruikte gereedschap overeenstemt met de tech-
nische vereisten van dit elektrisch gereedschap en
dat het reglementair bevestigd is.
12 Gebruik het meegeleverde zaagblad enkel voor
zaagwerkzaamheden in hout, nooit voor het be-
werken van metaal.
Restrisico's
Het elektrisch gereedschap is gebouwd volgens de
stand der techniek en de erkende veiligheidstech-
nische regels. Dan nog kunnen bij het werken af-
zonderlijke restrisico's optreden.
• Gevaar voor de gezondheid door stroom bij gebruik
van niet reglementaire elektrische aansluitingsleidin-
gen.
• Verder kunnen ondanks alle getroffen voorzorgsmaat-
regelen niet klaarblijkelijke restrisico's bestaan.
• Restrisico's kunnen geminimaliseerd worden, wan-
neer de „Veiligheidsaanwijzingen" en het „Doelgericht
gebruik", alsook de bedieningsaanwijzingen volledig
nageleefd worden.
• Belast de machine niet onnodig: te sterke druk bij het
zagen beschadigt het zaagblad snel. Dit kan tot een
prestatievermindering van de machine leiden bij de
verwerking en een vermindering van de snijnauwkeu-
righeid.
• Vermijd toevallige opstarts van de machine: bij het
insteken van de stekker in het stopcontact mag de
bedrijfstoets niet ingedrukt worden.
• Gebruik het gereedschap, dat in dit handboek aan-
bevolen wordt. Zo zal uw zaag optimale prestaties
leveren.
• Hou uw handen verwijderd van het arbeidsbereik
wanneer de machine in werking is.
• Vooraleer u instellings- of onderhoudswerkzaamhe-
den uitvoert, schakel het toestel uit en trek de stroom-
netstekker uit