Aanbrengen van de draaghandvaten
1. Verbind de handvaten (26) met behulp van de M8 x 30 mm zeskantschroeven (33), 8 mm
veerringen (28), 8 mm sluitringen (29), en de 6 mm zeskantsleutel (23) (afb. VIII). (afb. VIII)
Stofafvoer
•
Een goede stofafvoer is van essentieel belang om een veilige werkplaats te creëren, de
fijne vezels die geproduceerd worden tijdens het schaven, kunnen schadelijk zijn voor de
gezondheid. Draag steeds een stofmasker wanneer u deze machine gebruikt.
•
Externe stofafvoerinrichtingen kunnen met de schaafmachine verbonden worden via de
stofafvoeropening (13).
Kalibratie tafel/plateau
1. Plaats een waterpas (niet meegeleverd) of dergelijke plat op de afvoertafel (1) over de
bladtrommel (2) (Afbeelding A)
2. Draai de instelknop voor de schaafdiepte (7) in wijzerzin om de aanvoertafel (3) naar
boven te brengen (kleinere schaafdiepte), of in tegenwijzerzin om de tafel neer te laten
(snijdiepte opdrijven), waarbij de aanvoer- met de afvoertafel dient uitgelijnd te zijn voor
een uitlezing van 0 mm.
Positioneren van de geleiding
WAARSCHUWING: Zorg ervoor dat de schuivende beschermingsplaat (40) STEEDS
de bladtrommel (2) bedekt aan de achterzijde van de geleiding (15) wanneer de geleiding
uitsteekt over de bladtrommel tijdens de werking.
1. De hoek van de geleiding (15) kan ingesteld worden om een heel assortiment van
werkstukvormen te kunnen verwerken.
2. De geleiding kan ingesteld worden onder hoeken tussen 45° inwaarts en 45°
buitenwaarts.
3. Er zijn 3 vergrendelposities die gebruikmaken van aanslagen op 45° inwaarts, 45°
buitenwaarts, en 90°.
4. Voor exacte metingen kunt u een precisiewinkelhaak gebruiken om de gewenste hoek van
de geleiding te controleren.
Instellen van de geleiding op 90°
1. Plaats het geleidingsgeheel op de schaafmachine en span het vergrendelhandvat van de
schuifgeleiding aan.
2. Los het vergrendelhandvat (20) voor de hoek van de geleiding
3. Schuif het aanslagblok naar de juiste positie door de borgknop op te tillen en het blok in
de richting van de geleiding te schuiven (Fig. IX)
4. Positioneer de geleiding op een zodanige wijze dat het aanslagblok contact maakt met de
magneet op de achterzijde van de geleiding.
5. Schuif de beschermingsplaat over de blootgelegde bladtrommel aan de achterzijde van de
geleiding.
6. Zodra ze in de juiste positie is geplaatst, spant u het vergrendelhandvat voor de hoek van
de geleiding aan.
Instellen van de geleiding op 45° inwaarts
1. Plaats het geleidingsgeheel op de schaafmachine en span het vergrendelhandvat van de
schuifgeleiding aan.
2. Los het vergrendelhandvat (20) voor de hoek van de geleiding
3. Verwijder het aanslagblok om interferentie te voorkomen met het positioneren van de
geleiding.
4. Kantel de bovenzijde van de geleiding naar binnen tot ze in contact komt met de inwaartse
aanslagbouten (38) (Fig. X)
5. Schuif de beschermingsplaat over de blootgelegde bladtrommel aan de achterzijde van de
geleiding.
6. Span het vergrendelhandvat voor de geleidingshoek aan om de geleiding vast te zetten.
Instellen van de geleiding op 45° buitenwaarts
1. Plaats het geleidingsgeheel op de schaafmachine en span het vergrendelhandvat van de
schuifgeleiding aan.
2. Los het vergrendelhandvat (20) voor de hoek van de geleiding
3. Verwijder het aanslagblok om interferentie te voorkomen met het positioneren van de
geleiding.
4. Kantel de bovenzijde van de geleiding naar buiten tot ze in contact komt met de
buitenwaartse aanslagbouten (37) (Fig. X)
EN
NL
5. Schuif de beschermingsplaat over de blootgelegde bladtrommel aan de achterzijde van de
geleiding.
6. Span het vergrendelhandvat voor de geleidingshoek aan om de geleiding vast te zetten.
22
22
350767/850827_Manual.indd 22
Instellen van de uitlijning van het blad
WAARSCHUWING: Raak de snijrand van het blad nooit aan omdat het ontzettend
scherp is.
Opmerking: De bladen zijn in de fabriek ingesteld en behoeven geen enkele aanpassing
voorafgaand aan het eerste gebruik. De bladen kunnen echter verkeerd uitgelijnd raken
tijdens het transport en de manipulatie ervan, en het nauwkeurig snijden ervan dient steeds
gecontroleerd te worden voorafgaand aan het gebruik ervan.
De bladen controleren
1. Positioneer een rechte rand op de afvoertafel over de bladtrommel
2. Verwijder de schroeven van de riemafdekking en de riemafdekking (5) met behulp van de
4 mm zeskantmoersleutel (25) (afb. XII)
3. Verdraai de bladtrommel door gebruik te maken van de blootgelegde riem (Fig. XIII)
4. Het blad (44) moet net de rechte rand raken wanneer de trommel draait
5. Als het blad niet in contact komt met de rechte rand of de rechte rand voorwaarts trekt,
moet het blad opnieuw ingesteld worden.
6. Controleer de bladhoogte aan beide einden om te controleren of het waterpas ligt van de
ene naar de andere zijde.
Bladen uitlijnen
1. Verdraai de bladtrommel zodat de vier bladschroeven (41) blootliggen
2. Los de vier bladschroeven met behulp van de 4 mm zeskantmoersleutel (25) (afb. XIV)
3. Verdraai de bladtrommel zodat de vier instelschroeven voor de bladuitlijning (43)
blootliggen (Fig. XV)
4. Met een rechte rand boven de bladtrommel op de afvoertafel, verdraait u de instelschroef
voor de bladuitlijning tot het blad net contact maakt met de rechte rand wanneer de
trommel wordt verdraaid (Fig. XVIII)
5. Herhaal dit voor de tweede instelschroef zodat het blad waterpas ligt van de ene naar de
andere zijde.
6. Zodra het blad is uitgelijnd, spant u de vier bladschroeven opnieuw aan en herhaalt u de
uitlijningsprocedure op het tweede blad.
Transport
•
Wanneer u de schaafmachine verplaatst of opslaat, dient u ervoor te zorgen dat
de bladbescherming omlaag over de kop is geplaatst en dat alle afschuin- en
instelvergrendelingen veilig zijn aangebracht.
•
Gebruik enkel de handvaten (26) om de schaafmachine op te tillen en te verplaatsen.
•
Indien de schaafmachine is opgesteld op een werkbank of op een steun dient u ervoor
te zorgen dar de bevestigingen verwijderd zijn en dat u de schaafmachine vrij kunt
verplaatsen.
•
Indien de schaafmachine op een verplaatsbare plaat is aangebracht, dient u ervoor te
zorgen dat de plaat is losgemaakt van de werkbank of van de steun, zodat u het geheel
vrij kunt verplaatsen.
•
Tijdens het verplaatsen of het transporteren van de schaafmachine dient zij steeds rechtop
gehouden te worden.
Werking
WAARSCHUWING: Draag bij het werken met deze machine STEEDS oogbescherming,
geschikte ademhalings- en oorbescherming, alsook geschikte handschoenen.
WAARSCHUWING: Zorg ervoor dat het gereedschap is losgekoppeld van de voiding alvorens
accessoires te bevestigen of te vervangen, of alvorens instellingen door te voeren.
BELANGRIJK: Inspecteer de schaafmachine voorafgaand aan elk gebruik. Alvorens de
machine met de voeding te verbinden, dient u de beschermingen en beveiligingen, alsook de
correcte werking van de veiligheidskenmerken van deze machine te controleren.
BELANGRIJK: Zorg ervoor dat de gebruiker van het gereedschap correct is opgeleid voor
wat betreft de bediening, het instellen, en het onderhoud van de schaafmachine alvorens de
machine met de voeding te verbinden en ze te gebruiken.
WAARSCHUWING: Zorg er STEEDS voor dat de machine is losgekoppeld van de voeding
alvorens welke onderdelen ervan dan ook aan te passen of te vervangen. Neem de
rotatierichting van het blad in acht en vergelijk met de correcte draairichting van het
gereedschap.
Instellen van de snijdiepte
WAARSCHUWING: Zorg er STEEDS voor dat het gereedschap is uitgeschakeld en dat
de stekker is verwijderd uit het stopcontact alvorens de snijdiepte aan te passen. Wijzig de
snijdiepte NOOIT terwijl het gereedschap is ingeschakeld.
BELANGRIJK: Het snijbereik van deze schaafmachine is terug te vinden in de specificaties en
dient strikt nageleefd te worden.
1. Om de snijdiepte aan te passen, draait u de instelknop (7) voor de snijdiepte in
tegenwijzerzin om de snijdiepte te verhogen, en in wijzerzin om de snijdiepte te reduceren
(Fig.XVI)
2. Elke volledige omwenteling van de instelknop voor de snijdiepte vergroot of verkleint de
snijdiepte met 0,75 mm
3. Voor een nauwkeurige meting voert u een testsnede uit op een stuk afvalhout en meet u
het resultaat op
13/02/2020 10:09