Télécharger Imprimer la page

Drehzahlmessung; Hold-Funktion - VOLTCRAFT AT-400 Notice D'emploi

Publicité

m) Drehzahlmessung
Achten Sie bei Arbeiten an laufenden Motoren auf drehende und unter Span-
nung stehende Teile. Verletzungsgefahr!
Die Drehzahlmessung kann an Benzin-Fahrzeugen mit 2-Takt-Motoren, 4-Takt-Motoren mit Zündver-
teiler und 4-Takt-Motoren ohne Zündverteiler angewendet werden. Die Messung erfolgt berührungslos
über einen Induktionsabnehmer, der auf ein Zündkabel geclipst wird.
Zur Messung gehen Sie wie folgt vor:
- Schalten Sie das DMM ein und wählen den Messbereich „RPM" für
Drehzahlen <4000 U/min. Über 4000 Umdrehungen pro Minute
(U/min) wählen Sie den Messbereich „x10RPM". Die Messanzeige
muss dann jedoch mit 10 multipliziert werden.
- Stecken Sie die rote Messleitung des Drehzahlabnehmers in die V-Mess-
buchse (9), die schwarze Messleitung in die COM-Messbuchse (8).
- Wählen Sie mit der Taste „RANGE" (4) die Motorart.
Für Motoren ohne Zündverteiler sowie für 2-Takt-Motoren
Für 4-Takt-Motoren mit Zündverteiler.
- Drücken Sie den Griff der Drehzahlabnehmers zusammen und clip-
sen Sie den Abnehmer über ein Zündkabel. Positionieren Sie den Abnehmer max. 15 cm von einer
Zündkerze und so weit wie möglich vom Zündverteiler entfernt.
- Die Drehzahl wird im Display in U/min angezeigt.
- Entfernen Sie nach Messende die Messleitungen vom Messobjekt und schalten Sie das DMM aus.
Wird kein Messwert angezeigt, so nehmen Sie den Abnehmer vom Zündkabel und
clipsen Sie ihn um 180° gedreht erneut auf das Zündkabel.
Werden instabile Messwerte ermittelt, können Sie über den Schieberegler „Sensitivity"
am Drehzahlabnehmer die Empfindlichkeit einstellen. Verschieben Sie den Regler bis
ein stabiler Messwert angezeigt wird.

HOLD-Funktion

Die HOLD-Funktion friert den momentan dargestellten Messwert ein, um diesen in Ruhe abzulesen
oder zu protokollieren.
Stellen Sie bei der Überprüfung von spannungsführenden Leitern sicher, dass
diese Funktion bei Testbeginn deaktiviert ist. Es wird sonst ein falsches Mess-
ergebnis vorgetäuscht!
Zum Einschalten der Hold-Funktion drücken Sie die Taste „HOLD" (3); ein Signalton bestätigt diese
Aktion und es wird „H" im Display angezeigt.
Um die HOLD-Funktion abzuschalten, drücken Sie die Taste „HOLD" erneut oder wechseln Sie die
Messfunktion.
22
c) Stroommeting „A"
De max. toegelaten spanning in het meetcircuit mag 600 V niet overschrijden
Metingen in het >1 A-gebied mogen max. 30 seconden duren, en worden uitge-
voerd met een interval van 15 minuten.
Meet op het bereik 10A in geen geval stromen van meer dan 10 A resp. in het
mA/µA-gebied stromen groter dan 400 mA: anders spreken de zekeringen aan.
Begin de stroommeting steeds met het grootste meetbereik, en schakel indien nodig over op een klei-
ner meetbereik. Schakel voor u van meetbereik verandert de schakeling steeds spanningsvrij. Alle
stroommeetbereiken zijn gezekerd en dus beveiligd tegen overbelasting.
Voor het meten van gelijkstromen (A DC) gaat u als volgt te werk:
- Schakel de DMM in en kies het meetbereik „10A" of „mA". Voor stro-
men >400 mA selecteert u het bereik „10A", voor stromen <400 mA
het meetbereik „mA".
- Plaats naargelang het gekozen meetbereik het rode meetsnoer in
de 10A-bus (6) of de 400mA-bus (7). Het zwarte meetsnoer stopt u
in de COM-aansluiting (8).
- Sluit nu de beide meetpunten in serie aan op het meetobject (batte-
rij, schakeling, enz.); de betreffende polariteit wordt samen met de
actuele meetwaarde in het display weergegeven.
Is er bij een gelijkstroommeting voor de meetwaarde
een "-"(min)-teken te zien, dan is de gemeten stroom
tegengesteld (of zijn de meetsnoeren verwisseld).
- Verwijder na het meten de meetsnoeren van het meetobject, en
schakel de DMM uit.
Voor het meten van wisselstromen (A AC) gaat u als volgt te werk:
- Schakel de DMM in en kies het meetbereik „10A" of „mA". Voor stromen >400 mA selecteert u het
bereik „10A", voor stromen <400 mA het meetbereik „mA". Druk op de toets „DC/AC" (2) om naar
het AC-bereik om te schakelen. Op het display verschijnt "AC".
- Plaats naargelang het gekozen meetbereik het rode meetsnoer in de 10A-bus (6) of de 400mA-bus
(7). Het zwarte meetsnoer stopt u in de COM-aansluiting (8).
- Sluit nu de beide meetsnoeren in serie aan met het meetobject. De meetwaarde wordt weerge-
geven.
- Verwijder na het meten de meetsnoeren van het meetobject, en schakel de DMM uit.
99

Publicité

Chapitres

loading