behulp van de spansleutel
op een goede positie van de bitverlenging
en het bitje
. Zet de boor analoog ten op-
11
zichte van deze stappen in (zie afb. A en C).
Koppelingen maken
Opmerking: Gebruik alleen aansluitslangen met
een binnendiameter van minimaal 9 mm.
Wikkel teflonband (niet inbegrepen) om de
steeknippel
, voordat u deze op het pers-
8
luchtapparaat draait. Wikkel de band zo strak
mogelijk om de schroefdraad. Zo wordt de
waarschijnlijkheid dat lucht vrijkomt geminimali-
seerd en het werkproces geoptimaliseerd.
Draai de steeknippel
van de aansluiting van de boormachine (zie
afb. D).
Draai de verbinding met behulp van een tang
vast.
Druk nu de luchtdrukslang met een beetje
kracht op de steeknippel
vast klikt.
ATTENTIE! Let altijd op het vastzit-
ten van de persluchtslang. Een losse
of ongecontroleerd om zich heen
slaande slang zorgt voor groot gevaar. Let
eveneens op een goede bevestiging van de
beide schroefverbindingen tussen het koppe-
lingsstuk en het apparaat.
Perslucht instellen
Opmerking: Het apparaat is geschikt voor een
werkdruk van tot 6,8 bar en een compressor met
een luchtvolume van minimaal de in de technische
gegevens aangegeven waarde. Let er bij het instel-
len van de luchtdruk op dat de druk bij een
slanglengte van 10m en een binnendiameter van
9 mm met ca. 0,6 bar daalt.
Gebruik alleen gefilterde, gesmeerde en gere-
guleerde perslucht.
(zie afb. B). Let
9
10
in de schroefdraad
8
, totdat de slang
8
Ingebruikname / Na de ingebruikname
Ingebruikname
Druk op de aan-/uit-schakelaar
apparaat in gebruik te nemen.
Laat de aan-/uit-schakelaar
apparaat uit te schakelen.
Draairichting veranderen
ATTENTIE! Het apparaat moet volledig tot stil-
stand zijn gekomen, voordat u de draairichting
verandert.
ATTENTIE! Een in de andere dan de verwachte
richting draaiende machine kan gevaarlijk zijn.
Let erop wat u doet en wees altijd voorzichtig.
Opmerking: de boormachine is geschikt
voor rechts-/linksloop. Met behulp van de
draairichtingsschakelaar
richting van de boormachine veranderen.
Zet de draairichtingsschakelaar
F om de rechtsloopmodus in te stellen.
Stel de draairichtingsschakelaar
R om de rechtsloopmodus in te stellen.
Na de ingebruikname
Na afronden van de werkzaamheden moet het
apparaat worden gescheiden van de persluchtaan-
sluiting
.
5
Om eventueel resterende luchtdruk af te bou-
wen, dient u de aan-/uit-schakelaar
apparaat eventjes te drukken.
Trek nu de beveiliging van de aansluitkoppeling
aan uw luchtdrukslang naar achteren.
Maak vervolgens de slang los van de steeknippel
.
8
het weg leggen van het apparaat. Leg het ap-
paraat altijd zo neer, dat het niet op de trekker
komt te liggen. Dit kan eventueel tot het per on-
geluk inschakelen van het apparaat leiden, wat
tot gevaren kan leiden.
om het
3
los, om het
3
kunt u de draai-
4
op positie
4
op stand
4
van het
3
Wees voorzichtig bij
NL/BE
47