• Gebruik:
De controller beschikt over vier functieknoppen:
1. MODE
2. SETUP
3. UP
4. DOWN
1. Regeling met de MODE knop:
N°
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
2. Regeling met de SETUP knop:
N°
1
2
3
4
5
3. UP: vermeerdering van de data / herinstellen van de data; druk op SETUP om te bevestigen.
4. DOWN: vermindering van de data / de data herinstellen; druk op SETUP om te bevestigen.
5. Het DMX adres regelen:
• Druk MODE en kies de DMX mode.
• Druk SETUP om het programma binnen te gaan.
• Druk UP en DOWN om het DMX kanaal te selecteren. De sequentie van de vier kanalen is als volgt:
MODE, SNELHEID, INTERVAL, FLASH of 0, ROOD, GROEN en BLAUW.
• Druk SETUP
VDPLTC
Functie
Black-out
Rood
Groen
Geel
Blauw
Purper
Cyaan
Wit
Snelle verandering
Slow flow 1
Snel Traag 1
Snel Traag 2
Black run 1
Roll chase
Roll kleur
Kleur ¼
Kleur 1 ¼
Kleur ½
Kleur flash
B & W flow
R & G flow
G & B flow
Data
FLASH
INTERVAL
RUN SNELHEID
AANTAL BUIZEN
DMX ADRES
N°
Functie
23
R & B flow
24
R & G chase 1
25
R & G chase 2
26
R & B chase 1
27
R & B chase 2
28
R & W chase 1
29
R & W chase 2
30
B & G chase 1
31
B & G chase 2
32
W & G chase 1
33
W & G chase 2
34
Regenboog chase 1
35
Regenboog chase 2
36
Regenboog chase 3
37
Regenboog chase 4
38
Regenboog chase 8
39
Auto mode
40
Test mode
41
Adresmode
42
Standaardinstelling
43
Grafische mode
44
DMX512 mode
Illustratie
Max
100
100
100
Meer dan 4000
255
7
Min
0
0
0
1
1
VELLEMAN