• Schud het toestel niet dooreen. Vermijd brute kracht tijdens de installatie en de bediening van dit toestel.
• Installeer het toestel weg van extreme temperaturen (zie "Technische specificaties"), vochtigheid en stof. Zorg
voor een minimumafstand van 0.5m tussen de lichtuitgang van het toestel en het belichte oppervlak.
• Leer eerst de functies van het toestel kennen voor u het gaat gebruiken. Ongeschoolde personen mogen dit
toestel niet gebruiken. Meestal is beschadiging het gevolg van onprofessioneel gebruik.
• Gebruik de oorspronkelijke verpakking wanneer u het toestel vervoert.
• Om veiligheidsredenen mag de gebruiker geen wijzigingen aanbrengen aan het toestel.
4. Installatie
• Functies:
1. Met DMX512 ingangsfunctie
2. 38 voorgeprogrammeerde effectprogramma's
3. Mogelijkheid om 4000 buizen aan de controller te koppelen
4. Automatische mode scant automatisch alle programma's
5. RGB kleurenmenging, DMX-gestuurd (dimmer via rood, groen, blauw)
6. Regelbare stroboscoop
7. Regelbare snelheid en interval voor de meeste programma's
8. Automatische bewaarfunctie, bewaart de laatste werkmode voor alle individuele programma's
9. Massieve aluminium houders voor montage aan de muur zijn meegeleverd
• Instructies:
1. LCD DISPLAY: toont u alle nodige informatie aangaande werkmode, parameters enz.
2. MODE: kies de gewenste werkmode en programma's. De display toont elke keer de gekozen functie. Houd
deze knop ingedrukt wanneer u sneller door alle mogelijke modes wenst te bladeren (zie verder voor de
mogelijke opties).
3. SET UP: regel de parameter (interval, snelheid, aantal flitsen en buizen) van de geselecteerde mode of
programma. Bijna elk programma beschikt over zijn eigen parameters. Deze parameters worden voor elk
programma afzonderlijk bewaard.
4. UP knop: kies een hogere waarde voor de geselecteerde parameter.
5. DOWN knop: kies een lagere waarde voor de geselecteerde parameter.
6. ON/OFF SCHAKELAAR: schakelt de controller in en uit. De laatste werkmode wordt bewaard wanneer de
controller wordt uitgeschakeld.
7. DMX IN: De 3-pin mannelijke XLR aansluiting ontvangt instructies van om het even welke universele DMX
controller.
8. DMX UIT: Koppel de controller aan de volgende buis in de DMX serie aan de hand van de 3-pin
vrouwelijke XLR aansluiting.
9. UITGANG: koppel deze kabel aan de eerste buis in de serie.
10. DC INGANG: aansluiting voor de meegeleverde 12V / 500mA DC adapter met de controller.
• Data signaallijn:
VDPLTC
Datalijn
1
2
B vrouwelijk signaal
3
A mannelijk signaal
6
Functie
Aarding
VELLEMAN