SAMENBOUW EN INSTALLATIE
3. BEVESTIGING VAN HET MAAIDEK AAN DE TRACTOR
a) Verwijder de maaidekriembescherming.
b) Plaats het maaidek recht voor de voorwielen van de tractor op plm. 5 cm afstand.
c) Leid de twee 5/8" slangen vanaf de tractorklep rechtstreeks (en zonder ze te kruisen) naar de 'DRUK' en
'RETOUR' fittingen van de maaidekmotor. Sluit de slangen aan terwijl de fittingen schuin omhoogwijzen om
de bevestiging van de duwarmen aan het maaidek te vergemakkelijken. De aansluitingen moeten goed
passen maar mogen niet te strak zitten. In een later stadium van de installatieprocedure worden ze
opnieuw gepositioneerd en vastgezet.
d) Plaats het voorste draaipunt van de duwarmen aan de binnenkant van de maaidekhangbeugels, breng beide
pennen in en zet het geheel vast met splitpennen.
Slangbevestiging aan maaidekmotor
4. VEILIGHEIDSKETTINGEN
a) Controleer of de onderste schakels van de
maaidekkettingen de
maaidekbeugelmontagegaten bereiken. Zo niet,
dan kan het nodig zijn om de maaidekcilinder
verder te verlagen met de tractorhefhendel of
om de kettingen te inspecteren op
routeringsproblemen.
b) Veranker de onderste schakel van iedere
ketting aan de beugel met 5/16-18 x 1-1/4"
bouten en sluitringen, na er eerst voor te
hebben gezorgd dat de kettingen recht omlaag
hangen, zonder knikken. Vastzetten met
borgmoeren.
NL-6
INSTALLATIE-, ONDERDELEN & ONDERHOUDSHANDLEIDING
RANSOMES 700 Serie EC Tractors
Duwarmbevestiging