u de stoffen bekleding aan beide kanten he-
lemaal van de geleidingen van de buikgor-
dels (F) (Fig. 42).
4. D e middelste bescherming is met twee
tandjes aan de rugleuning bevestigd. Trek de
middelste bescherming omhoog om zo de
tandjes van hun plaats te halen (Fig. 43).
5. H aal de stoffen bekleding van de armleu-
ningen.
6. V oltooi de verwijdering van de bekleding
door de driehoekige plastic versteviging, die
om de afstelknop voor de schuine stand (H)
vastzit, omhoog te trekken (Fig. 44A en 44B).
OM DE HOES WEER OP HET FRAME AAN
TE BRENGEN:
Til de rugleuning helemaal omhoog en spreid
de zijvleugels.
ZITTING
Begin de bekleding op de zitting aan te bren-
gen, door de handelingen van 6 tot 1 in omge-
keerde volgorde te verrichten. Let er bijzonder
goed op dat u de bekleding perfect op het
frame laat aansluiten en passen, in het bijzon-
der ter hoogte van de twee geleidingen van de
buikgordels (F), door beide elastieken eronder
door te laten lopen.
RUGLEUNING
Begin met de hoofdsteun en zorg ervoor dat
het elastiek en het stoffen deel in de bedekking
aan de achterkant worden gedaan. Breng ver-
volgens de bekleding helemaal aan, door de
handelingen 1 en 2 in omgekeerde volgorde
te verrichten.
ONDERHOUD EN REINIGING VAN DE
HOES
Reinigings-en onderhoudswerkzaamheden mo-
gen alleen door een volwassene worden verricht.
DE HOES REINIGEN
De hoes van het autostoeltje kan geheel ver-
wijderd en gewassen worden. Volg bij het was-
sen de instructies op het etiket van de hoes:
Op 30°C in de wasmachine wassen
Niet bleken
30° C
Niet in de droger drogen
Niet strijken
Niet chemisch laten reinigen
Gebruik nooit schuur- of oplosmiddelen.
Centrifugeer de hoes niet en hang ze op zon-
der ze uit te wringen.
De hoes mag uitsluitend worden vervangen
met een door de fabrikant goedgekeurde
reservehoes, aangezien ze integrerend deel
uitmaakt van het autostoeltje en dus een vei-
ligheidselement is.
LET OP! Het autostoeltje mag nooit zonder
hoes worden gebruikt, om de veiligheid van
het kind niet op het spel te zetten.
DE PLASTIC ONDERDELEN REINIGEN
Reinig de plastic delen uitsluitend met een
doekje, bevochtigd met water of een neutraal
schoonmaakmiddel.
Gebruik nooit schuur- of oplosmiddelen. De
bewegende delen van het autostoeltje mogen
op geen enkele wijze worden gesmeerd.
CONTROLE OF DE ONDERDELEN INTACT
ZIJN
Aangeraden wordt de volgende onderdelen
regelmatig op beschadiging en slijtage te con-
troleren:
• h oes: controleer of de vulling niet uitpuilt of dat
er geen delen loszitten. Controleer de staat van
de naden die altijd intact moeten zijn.
• p lastic delen: controleer de slijtagestaat van
alle plastic delen, die geen duidelijke bescha-
digingen of verkleuring mogen hebben.
LET OP! Indien het autostoeltje beschadigd,
vervormd of ernstig versleten mocht zijn, moet
het worden vervangen: het kan de oorspron-
kelijke veiligheidskenmerken hebben verloren.
HET ARTIKEL OPBERGEN
Als het niet in de auto geïnstalleerd is, wordt
aangeraden het autostoeltje op een droge
plaats, uit de buurt van warmtebronnen en
62
be
zon
HE
Als
tos
en
mi
vo
uw
GA
He
no
bru
ge
ge
on
be
inz
spe
die
koo