Doseerinrichting
Afsluiterhendel
1
A
B
Met behulp van de afsluiterhendel (1)
wordt de spuitmiddeltoevoer geopend of
gesloten.
Stand A (afsluiterhendel loodrecht
N
bovenin) – doorvoer vrijgegeven
Stand B (afsluiterhendel horizontaal
N
onderin) – doorvoer afgesloten
SR 200
Doseerstuk
Doseerstuk (1) draaien – de
N
opbrengst is traploos instelbaar
Stand 1 = minimale doorstroming
Stand 6 = maximale doorstroming
De cijfermarkeringen op het doseerstuk
moeten hierbij in lijn worden gebracht
1
met de nok (2) onder het doseerstuk
Opbrengst
De opbrengst (l/min) is afhankelijk van
de stand van het doseerstuk en de hoek
van de spuitlans.
Opbrengst (l/min) zonder drukpomp
Doseerstand
1
2
1
2
Spuitlanshoek
- 30°
0°
+ 30°
0,24
0,17
0,11
0,82
0,66
0,46
3
1,42
1,13
4
2,2
1,66
5
2,69
2,13
6
2,91
2,25
Opbrengst (l/min) zonder drukpomp met
ULV-sproeier
Spuitlanshoek
Doseerstand
- 30°
0.5
0,05
0,04
0.65
0,08
0,07
0.8
0,12
0,09
Opbrengst (l/min) met drukpomp
(speciaal toebehoren)
Spuitlanshoek
Doseerstand
- 30°
1.0
0,64
1.6
1,7
2.0
2,59
Opbrengst (l/min) met drukpomp
(speciaal toebehoren) en ULV-sproeier
Spuitlanshoek
Doseerstand
- 30°
0.5
0,15
0.65
0,2
0.8
0,37
Doorstroomhoeveelheid controleren
Het apparaat op de grond plaatsen
N
Het spuitmiddelreservoir tot aan de
N
10 liter-markering met water vullen
Nederlands
0,84
1,1
1,46
1,52
0°
+ 30°
0,03
0,05
0,08
0°
+ 30°
0°
+ 30°
83