Milieuverantwoord afvoeren
De resten van het
plantenbeschermingsmiddel en de
spoelvloeistoffen van het apparaat niet
in open water, afvoeren, sloten,
greppels en goten en drainagesystemen
laten stromen.
Resten en gebruikte reservoirs
–
volgens de plaatselijke
voorschriften voor afval
milieubewust afvoeren
Apparaat vervoeren
Altijd de motor afzetten.
Bij vervoer in voertuigen:
Het apparaat zo beveiligen dat het
–
niet kan omvallen, worden
beschadigd en er ook geen benzine
uit kan lopen
Het spuitmiddelreservoir moet leeg
–
en schoon zijn
Tanken
Benzine is bijzonder licht
ontvlambaar – uit de
buurt blijven van open
vuur – geen brandstof
morsen – niet roken.
Voor het tanken de motor afzetten.
Niet tanken zolang de motor nog heet is
– de benzine kan overstromen –
brandgevaar!
Het apparaat voor het tanken van de rug
nemen. Alleen tanken als het op de
grond staat.
SR 200
De tankdop voorzichtig losdraaien,
zodat de heersende overdruk zich
langzaam kan afbouwen en er geen
benzine uit de tank kan spuiten.
Uitsluitend op een goed geventileerde
plek tanken. Als er benzine werd
gemorst, het motorapparaat direct
schoonmaken – de kleding niet in
aanraking laten komen met de benzine –
anders direct andere kleding
aantrekken.
Op lekkages letten! Als er
benzine weglekt de motor
niet starten – levensge-
vaar door verbranding!
Tank-schroefdop
De schroef-tankdop nooit met behulp
van gereedschap open- of dichtdraaien.
De dop kan hierbij worden beschadigd
en er kan benzine weglekken.
Na het tanken de
schroef-tankdop zo vast
mogelijk aandraaien.
Voor het starten
Voor het starten controleren of het
apparaat in goede staat verkeert. Vooral
als het apparaat niet op de
voorgeschreven wijze (bijv. door geweld
van buitenaf of door stoten of vallen)
werd uitgeschakeld.
Het brandstofsysteem op lekkage
–
controleren, vooral de zichtbare
onderdelen zoals bijv. de tankdop,
slangaansluitingen, hand-
benzinepomp (alleen bij
motorapparaten met hand-
benzinepomp). Bij lekkages of
beschadiging de motor niet starten
– brandgevaar! Het apparaat voor
de ingebruikneming door een
geautoriseerde dealer laten
repareren
De stelhendel moet gemakkelijk in
–
stand STOP, resp. 0 kunnen
worden geplaatst
De gashendel moet soepel
–
bewegen en vanzelf in de
stationaire stand terugveren
De blaasinrichting moet volgens
–
voorschrift zijn gemonteerd
De handgrepen moeten schoon en
–
droog, vrij van olie en vuil zijn –
belangrijk voor een veilige
bediening van het motorapparaat
Bougiesteker op vastzitten
–
controleren – bij een loszittende
steker kunnen vonken ontstaan,
hierdoor kan het vrijkomende
benzine-luchtmengsel ontbranden –
brandgevaar!
Brandstofsysteem op lekkage
–
controleren
Het spuitmiddelreservoir, de slang
–
en doseerinrichting op een goede
staat en lekkage controleren
De staat van het draagstel
–
controleren – beschadigde of
versleten draagriemen vervangen
Staat van het blaasventilatorhuis
–
controleren
Slijtage aan het blaasventilatorhuis
(scheurtjes, breuken) kan tot letsel
leiden door naar buiten toe
weggeslingerde voorwerpen. Bij
Nederlands
71