F016 L70 372.book Seite 1 Donnerstag, 29. September 2005 2:20 14
Veiligheidsvoorschriften
Lees deze voorschriften voordat u het apparaat
in gebruik neemt en neem ze in acht.
Lees voor de ingebruikneming de gebruiks-
aanwijzing van het apparaat en neem in het bij-
zonder de veiligheidsvoorschriften in acht.
De plaatjes met waarschuwingen en aanwijzingen op
het apparaat geven belangrijke informatie over veilig
gebruik.
Neem naast de voorschriften in de gebruiksaanwijzing
ook de algemene veiligheidsvoorschriften en voor-
schriften ter voorkoming van ongevallen in acht.
Stroomaansluiting
Richt de waterstraal nooit op mensen, dieren,
het apparaat of elektrische onderdelen.
De op het typeplaatje aangegeven spanning moet over-
eenkomen met de spanning van de stroombron.
Geadviseerd wordt om dit apparaat alleen aan te sluiten
op een stopcontact dat is beveiligd met een zekeringau-
tomaat van 30 mA.
Gebruik bij het vervangen van de kabel van dit apparaat
alleen de door de fabrikant geadviseerde aansluitkabel.
Zie de gebruiksaanwijzing voor bestelnummer en type.
Pak de stekker nooit met natte handen vast.
Rijd niet over de aansluitkabel of de verlengkabel, klem
deze niet vast en trek er niet aan. De kabel kan anders
beschadigd raken. Bescherm de kabel tegen hitte, olie
en scherpe randen.
De verlengkabel moet de in de gebruiksaanwijzing ver-
melde diameter hebben en moet spatwaterbeschermd
zijn. De verbinding van stekker en contrastekker mag
niet in het water liggen.
Wanneer stekkers of contrastekkers van een aansluitkabel
of verlengkabel worden vervangen, moeten de spatwater-
bescherming en de mechanische sterkte in stand blijven.
Wateraansluiting
Neem de voorschriften van het waterbedrijf in acht.
De schroefverbinding van alle aansluitslangen moet
dicht zijn.
De hogedrukslang mag niet beschadigd zijn (gevaar
voor barsten). Een beschadigde hogedrukslang moet
onmiddellijk worden vervangen. Gebruik alleen door de
fabrikant geadviseerde slangen en verbindingen.
Gebruik
Controleer voor het gebruik of het apparaat en het toe-
behoren zich in een correcte toestand bevinden en veilig
kunnen worden gebruikt. Wanneer de toestand niet in
orde is, mag het niet worden gebruikt.
Zuig nooit oplosmiddelhoudende vloeistoffen of onder-
dunde zuren en oplosmiddelen op. Daarbij horen onder
andere benzine, verfverdunner en stookolie. De sproei-
nevel is zeer ontvlambaar, explosief en giftig. Aceton,
onverdunde zuren en oplosmiddelen tasten bovendien
de voor het apparaat gebruikte materialen aan.
Wanneer het apparaat in een gevaarlijke omgeving
wordt gebruikt, bijvoorbeeld bij een tankstation, moeten
de daar geldende veiligheidsvoorschriften in acht wor-
den genomen. Het gebruik in een explosiegevaarlijke
ruimte is verboden.
Het apparaat moet een stevige ondergrond hebben.
47 • F016 L70 372 • TMS • 15.09.05
Gebruik alleen de door de fabrikant van het apparaat ge-
adviseerde reinigingsmiddelen. Neem de gebruiksvoor-
schriften, de voorschriften ten aanzien van de afvoer van
afval en de waarschuwingen van de fabrikant in acht.
Alle stroomvoerende delen in de werkomgeving moeten
spatwaterbeschermd zijn.
De hendel van het spuitpistool mag bij het gebruik niet
vastgeklemd worden.
Draag indien nodig werkkleding ter bescherming tegen
water dat van voorwerpen terugspat.
Reinig voertuigbanden en ventielen met een mini-
mumafstand van 30 cm ter voorkoming van beschadigin-
gen door de hogedrukstraal. Een eerste teken van een
beschadiging is een verkleuring van de band. Bescha-
digde voertuigbanden en ventielen zijn levensgevaarlijk.
Asbesthoudende materialen en andere materialen die
voor de gezondheid gevaarlijke stoffen bevatten, mogen
niet worden afgespoten.
Gebruik alleen reinigingsmiddelen die door de fabrikant
van het apparaat toegelaten zijn.
Gebruik de geadviseerde reinigingsmiddelen niet onver-
dund. De producten zijn in zo verre veilig, aangezien ze
geen zuren, logen of voor het milieu schadelijke stoffen
bevatten. Wij adviseren het buiten bereik van kinderen
bewaren van reinigingsmiddelen. Spoel onmiddellijk
grondig met water af bij contact van het reinigingsmiddel
met de ogen. Raadpleeg bij inslikken onmiddellijk een
arts.
Bediening
De bedienende persoon mag het apparaat alleen vol-
gens de bestemming gebruiken. De plaatselijke omstan-
digheden moeten in acht worden genomen. Let tijdens
de werkzaamheden goed op andere personen, in het bij-
zonder op kinderen.
Het apparaat mag alleen worden gebruikt door personen
die zijn geïnstrueerd in het gebruik of die het apparaat
aantoonbaar kunnen bedienen. Het apparaat mag niet
door kinderen of jongeren worden gebruikt.
Laat het apparaat nooit onbeheerd zolang de motor in
werking is.
De naar buiten komende waterstraal veroorzaakt een te-
rugstotende kracht aan het spuitpistool. Houd daarom de
pistoolgreep en de lans stevig vast.
Transport
Schakel het apparaat uit en zet het stevig vast voordat u
het vervoert.
Onderhoud
Schakel het apparaat altijd uit voordat u het reinigt, on-
derhoud eraan uitvoert of toebehoren vervangt. Wan-
neer het apparaat op het stroomnet werkt, dient u de
stekker uit het stopcontact te trekken.
Reparaties mogen alleen worden uitgevoerd door een
erkende Bosch-klantenservicewerkplaats.
Toebehoren en vervangingsonderdelen
Gebruik alleen toebehoren en vervangingsonderdelen
die door de fabrikant worden aanbevolen. Origineel toe-
behoren en originele vervangingsonderdelen waarbor-
gen de storingsvrije werking van het apparaat.
Nederlands - 1