OVEN - DAGELIJKS GEBRUIK
WAARSCHUWING! Raadpleeg de
hoofdstukken Veiligheid.
HET APPARAAT AAN- EN UITZETTEN
Het hangt van het model of uw
apparaat knopsymbolen,
indicatielampjes of lampjes heeft:
•
Het lampje gaat aan als het
apparaat in werking is.
•
Het symbool geeft aan of de knop
de kookzones, de ovenfuncties of
de temperatuur bedient.
•
Het indicatielampje gaat aan
wanneer de oven opwarmt.
OVENFUNCTIES
Symbool
Ovenfunctie
Uit-stand
Conventioneel koken
Grillen
Onderwarmte
Warme lucht
Ontdooien
12
1. Zet de functieknop van de oven op een
ovenfunctie.
2. Draai de temperatuurknop om een temperatuur
te kiezen.
3. Draai om het apparaat uit te schakelen, de
knop voor de ovenfuncties en de knop voor de
temperatuur naar de uit-stand.
VEILIGHEIDSTHERMOSTAAT
Een onjuiste bediening van het apparaat of defecte
componenten kunnen gevaarlijke oververhitting
veroorzaken. Om dit te voorkomen is de oven
voorzien van een veiligheidsthermostaat die de
stroomtoevoer onderbreekt. Zodra de temperatuur
is gedaald, wordt de oven automatisch weer
ingeschakeld.
De oven staat uit.
Voor het bakken en braden op één ovenniveau.
Om plat voedsel te grillen en brood te roosteren
Maximale temperatuur voor deze functie is 210 °C.
Voor het bakken van taarten met een knapperige bodem en
het inmaken van voedsel.
Voor het braden of bakken van gerechten waarvoor dezelf-
de bereidingstemperatuur nodig is, op meerdere rooster-
hoogten, zonder dat er smaken worden overgebracht van
het ene naar het andere gerecht.
Om voedsel te ontdooien (groenten en fruit). De ontdooitijd
hangt af van de hoeveelheid en dikte van het voedsel.
De temperatuurknop moet op "Uit" staan om deze functie
te gebruiken.
Applicatie