Denk eraan: als de geleidingen te strak worden ingesteld, vereist
dit meer kracht bij de bediening en veroorzaakt een grotere slij-
tage!
1. Contramoeren 1 (fig. 13) van de instelbouten 2 voor de bo-
venslede 3 met een gaffelsleutel 5 losmaken en iets open-
draaien.
2. De instelbouten 2 met een inbussleutel 4 gelijkmatig vast-
draaien tot de speling is opgeheven.
3. Contramoeren 1 weer vastdraaien. Daarbij de instelbouten 2
met de inbussleutel 5 tegenhouden, zodat zij zich niet meer
verplaatsen.
4. Daarna controleren of de support nog gemakkelijk kan wor-
den verschoven en volkomen zonder speling loopt.
Speling van de handwielen instellen (fig. 14):
Net als bij de geleidingen ook, is natuurlijk ook bij de handwie-
len slijtage bij tijdens het werken niet te vermijden, waardoor de
omkeerspeling langzaam, maar zeker groter wordt. Om dit tot
een minimum te beperken, gaat u als volgt te werk:
1. Handwiel 1 vasthouden en dopmoer 2 losdraaien.
2. Handwiel iets naar rechts draaien
3. Dopmoer weer aandraaien en handwiel daarbij vasthouden.
Denk er ook aan:
het volledig elimineren van de omkeerspeling en een te "strak-
ke" instelling is bij de handwielen niet zinvol: als de handwielen
te strak worden ingesteld, vereist dit ook hier meer kracht bij de
bediening en veroorzaakt een grotere slijtage!
Toebehoren voor de FD 150/E
Draaibeitelset (artikel 24524)
De inhoud van de draaibeitelset kunt u vinden onder hoofdstuk
"Draaibeitel selecteren".
Tandkransboorhouder (artikel 24152)
In de boorhouder kunnen voor het maken van gaten aan de vlak-
ke zijde boortjes van 0,5 tot 6,5 mm worden ingespannen.
Boorhouder inzetten (fig. 15)
1. De meelopende center uit de pinole verwijderen zoals be-
schreven onder "Werken met de losse kop"
2. Conus van de klauwplaat 1 en pinole 2 grondig van vet en vu-
il ontdoen.
3. De stop in de pinole plaatsen en boorhouder krachtig op-
schuiven.
4. Boor inspannen
5. Nu kan de complete losse kop 3 na het losdraaien van de
klembout 4 tegen het te bewerken werkstuk worden aange-
schoven. Daarna klembout 4 vastdraaien.
6. Door draaien van het handwiel 5 de boor tegen het werkstuk
schuiven
7. Machine inschakelen en door draaien van het handwiel 5 de
boor tot de gewenste diepte in het werkstuk laten zakken.
Een tip: als de boor heel gemakkelijk kan worden opgezet, kan
de schaalring 6 op "nul" worden gezet. Zo kunnen de boorgaten
met vastgestelde diepte worden gemaakt door op de schaal-
markeringen te letten en de handwieldraaiingen bij het dicht-
draaien te tellen: bij een omdraaiing verplaatst de boor 1 mm.
Multifunctionele spantangen ER 11
(artikel 24154)
De spantangen zijn bijzonder geschikt voor het met grote preci-
sie bewerken van ronde delen. De nauwkeurige rondloop is hier-
bij aanzienlijk hoger dan bij werken met een klauwplaat.
Er kunnen werkstukken met een diameter tot 0,5 mm onder de
nominale diameter van de spantangen worden gebruikt.
de wartelmoer nooit vastdraaien als er geen werkstuk is ge-
plaatst.
Plaatsen van de spantangen (fig. 16)
1. Met de met de machine meegeleverde sleutel 1 de hoofdspil
2 aan de daarvoor bestemde afplattingen vasthouden en de
klauwplaat 3 van de hoofdspil terugdraaien.
2. De passing voor de spantangenopname 4 in de hoofdspil
grondig reinigen.
3. De spantang 5 plaatsen en wartelmoer 6 licht vastschroeven.
4. Het passende werkstuk in de spantang brengen en wartel-
moer 6 met de bij de spantangenset meegeleverde sleutel 7
vastdraaien.
Afdanking:
De machine niet met het huishoudelijk afval verwijderen! De ma-
chine bevat waardevolle stoffen die kunnen worden gerecycled.
Bij vragen hierover richt u zich tot uw lokale afvalverwijderings-
bedrijf of andere gemeentelijke instellingen.
Let op!
Let op:
- 59 -