Let er bij de montage op dat de
voedingskabel niet gekneld wordt
en voldoende speling heeft.
Handvatdrager monteren
1. Steek de onderste drager (7) in
B
de behuizing (11) van het ap-
paraat en schroef de drager met
de beide kruiskopschroeven
vast.
2. Schroef de beide middelste
dragers (3) met de schroeven
en vleugelmoeren (14a) aan de
onderste drager (7) vast.
3. Schroef de bovenste hand-
greephendel (1) met de schroe-
ven en vleugelmoeren (14b)
aan de beide middelste draag-
balken (3) vast.
4. Beestig het apparaatsnoer (2)
met de beide kabelklemmen
(13a+b) aan de draagbalk.
Vangkooi monteren/ledigen
Opgelet: apparaat niet zonder
beschermingsinrichting tegen
stoten bedienen. Gevaar voor
verwondingen!
De vangkooi wordt in dichtgeklapte toe-
stand geleverd en moet vóór gebruik in
het apparaat gemonteerd worden.
Vangkooi ineenzetten:
C
1. Verbind het stangenmecha-
nisme (24) van de vangkooi.
2. Trek de opvangzak over het
stangenstelsel.
3. Draai de kunststof lussen van
de opvangzak over het stangen-
stelsel van de opvangzak en
klem de kunststof lussen vast.
Vangkooi aan het apparaat
aanbrengen:
4. Til de beschermingsinrichting
tegen stoten (6) op.
5. Schuif de pennen (26) aan het
stangenmechanisme (24) van
de vangkooi in de opname
aan de behuizing (11) van het
apparaat.
6. Laat de beschermingsinrichting
tegen stoten los, deze houdt de
vangkooi (5) in positie.
Vangkooi afnemen/ledigen:
7. Til de beschermingsinrichting
tegen stoten (6) op en neem de
vangkooi (5) eruit.
Bediening
Neem de geluidsreductie en lokale
voorschriften in acht.
Arbeidsposities instellen
Het apparaat bezit 4 hoofd-
instelposities:
Transportpositie
In deze stand bestaat de maximale vei-
ligheidsafstand van het werktuig tot de
grond.
Werkstand
Kies bij werkzaamheden met het nieuwe
apparaat deze instelling.
NL
67