van de stappen welke in het geheugen zijn opgeslagen geactiveerd. Stond de betreffende
schuifregelaar reeds in de bovenste stand, dan is het noodzakelijk deze eerst geheel naar
beneden te plaatsen en daarna weer naar boven om de uitvoering te activeren.
VERWIJDEREN VAN EEN LOOPLICHTPROGRAMMA
7. Activeer de programmeermode (druk RECORD/SHIFT en toets 1, 5, 6 en 8 –bovenste rij)
8. Kies de juiste pagina (1 t/m 4) met de toets PAGE/REC CLEAR.
9. Houd de RECORD/SHIFT toets ingedrukt en druk nu TWEE maal achtereen op de
betreffende flitstoets uit sectie PRESET B waaronder het te verwijderen programma is
opgeslagen.
10. Laat de RECORD/SHIFT weer los. Alle indicatieLED's lichten even op ter bevestiging.
WIJZIGEN VAN EEN LOOPLICHTPROGRAMMA
Een looplichtprogramma (scène) kan tot 99 stappen bevatten. Deze stappen kunnen achteraf
gewijzigd of verwijderd worden. Ook kunt u daarna stappen toevoegen. Elke 'stap' is dus een
bepaalde instelling voor de variabele lichtsterkte ( 0-100%) van 24 lampen of lampgroepen.
Verwijderen van een bepaalde stap:
1) Activeer de programmeermode (druk RECORD/SHIFT en toets tegelijkertijd 1, 5, 6, en 8).
2) Kies met de PAGE toets de juiste pagina.
3) Druk op de toets MODE SELECT tot de rode LED brandt (CHASE-SCENES).
4) Houd nu de toets EDIT ingedrukt en druk tegelijkertijd op de flitstoets van het
betreffende looplichtprogramma. (flitstoetsen in de onderste rij van groep PRESET B)
11. Laat de toets EDIT los en kies met de toets STEP de te verwijderen stap.
12. Druk op de toets DELETE en de gekozen stap wordt verwijderd uit het geheugen.
13. Schakel de programmeermode uit door de RECORD/SHIFT toets ingedrukt te houden en
twee maal op de REC/EXIT toets te drukken.
Het toevoegen van stappen:
1) Activeer de programmeermode (druk RECORD/SHIFT en toets tegelijkertijd 1, 5, 6, en 8).
2) Kies met de PAGE toets de juiste pagina.
14. Druk op de toets MODE SELECT tot de rode LED brandt (CHASE-SCENES).
15. Houd de toets EDIT ingedrukt en druk tegelijkertijd op de flitstoets van het betreffende
looplichtprogramma. (flitstoetsen in de onderste rij van groep PRESET B).
16. Laat de EDIT toets los en kies met de toets STEP de stap direct na de in te voegen stap.
17. Stel met de schuifregelaars de gewenste lichtstand in, druk op de toets RECORD/SHIFT en
daarna op de toets INSERT.
18. Herhaal zonodig de stappen 5 en 6 om meerdere stappen toe te voegen.
19. Houd RECORD/SHIFT ingedrukt en toets twee maal REC/EXIT om de programmeermode te
verlaten.
Het wijzigen van stappen:
1) Activeer de programmeermode (druk RECORD/SHIFT en tegelijkertijd 1, 5, 6 en 8)
2) Kies met de PAGE toets de juiste pagina.
3) Druk op de toets MODE SELECT tot de rode LED brandt. (CHASE-SCENES)
4) Houd de toets EDIT ingedrukt en druk tegelijkertijd op de flitstoets van het betreffende
looplichtprogramma. (flitstoetsen in de onderste rij van groep PRESET B)
5) Druk op de toets STEP om de juiste stap te kiezen.
6) U kunt de lichtsterkte van de lampen nu als volgt wijzigen: houd toets DOWN ingedrukt en
druk tegelijkertijd op de flitstoets van het kanaal wat u wilt aanpassen. In het display wordt
aangegeven welke instelling er gekozen wordt. ( 0 - 255 is gelijk aan 0 - 100%). Door
indrukken van de toets UP en de kanaaltoets wordt de lichtsterkte verhoogd.
7) Houd RECORD/SHIFT ingedrukt en toets twee maal REC/EXIT om de programmeermode te
verlaten.