Controleer bij ontvangst van de elektropomp of de doos of kist aan de buitenkant geen zichtbare beschadigingen vertoont.
Indien het product beschadigingen vertoont, moet onze dealer hier binnen 8 dagen na levering van op de hoogte gesteld
worden.
4.1.1
Aanvullende aanwijzingen in geval van langdurige opslag (langer dan 6 maanden)
Alvorens de elektropomp na opslag in werking te stellen moet de elektropomp geïnspecteerd worden, waarbij met name goed
op de dichtingen en de kabelklem gelet moet worden.
De waaier moet om de maand gedraaid worden om te voorkomen dat de vlakken van de dichtingen aan elkaar blijven kleven.
4.2
Het product uit de verpakking halen en verplaatsen
Gebruik geschikt gereedschap. De veiligheidsvoorschriften moeten in acht genomen worden. Hijs en
verplaats het product voorzichtig met behulp van geschikte hef- en hijswerktuigen. U kunt de oogbouten
gebruiken die op sommige modellen elektropompen aanwezig zijn.
De elektropomp mag nooit aan de motorkabel opgehesen worden.
LET OP
Controleer bij ontvangst van de elektropomp of de doos of kist aan de buitenkant geen zichtbare beschadigingen vertoont.
Controleer of het product niet beschadigd is en of alle bijbehorende onderdelen voorhanden zijn. Indien het product
beschadigingen vertoont of als er onderdelen ontbreken, moet onze dealer hier binnen 8 dagen na levering van op de hoogte
gesteld worden.
4.3
Weggooien van het verpakkingsmateriaal
Als u het verpakkingsmateriaal niet voor andere doeleinden kunt gebruiken gooi het dan volgens de plaatselijke wettelijke
voorschriften die van toepassing zijn op de gescheiden afvalverwerking weg.
5.
Installatie
De installatiewerkzaamheden mogen uitsluitend door vakbekwaam en geschoold personeel uitgevoerd
worden.
Er
veiligheidsvoorschriften moeten in acht genomen worden.
Controleer alvorens de pomp te installeren of de kabel en de kabelklem niet beschadigd zijn. Als er
bevestigingselementen gebruikt moeten worden, controleer dan of deze de juiste afmetingen hebben,
daarop berekend zijn, niet gecorrodeerd zijn en of zij met het juiste aanhaalkoppel vastgezet worden.
In geval van installatie in pompstations moet een ventilatieleiding geïnstalleerd worden.
Er moeten speciale voorschriften in acht genomen worden in geval van installatie in explosieve
omgevingen.
Controleer of de leidingen waar de elektropomp op aangesloten wordt de pomp niet belasten.
LET OP
Voor wat betreft de keuze van de installatieplaats en de hydraulische en elektrische aansluitingen moeten de plaatselijke en/of
landelijke reglementen, wettelijke voorschriften en normen altijd in acht genomen worden.
5.1
Plaats
De meest voorkomende installatietypen zijn die waarbij een neerlaatsysteem gebruikt wordt voor vaste installatie (installatie
type P) of een steunpoot voor meeneembare of halfvaste installatie (overhevelen, leegpompen van afgravingen) (installatie type
S).
Controleer of er geen obstakels zijn waardoor de pomp niet voldoende onder water geplaatst kan worden of obstakels waardoor
er niet voldoende ventilatie mogelijk is voor de goede werking van de motor. Er moet voor gezorgd worden dat er voldoende
ruimte rondom de pomp is om onderhoud eraan te kunnen plegen.
Let op datgene wat op de schema's in par. 10.6 getoond wordt.
5.1.1
Verankering (voor model met neerlaatsysteem voor vaste installatie)
Veranker de verbindingspoot van het neerlaatsysteem met speciale bouten stevig aan een betonnen fundering. Neem contact
op met onze verkoop- en servicedienst als u het aantal en de afmetingen (diameter) ervan wilt weten.
5.2
Keuze van de persleiding en balkeerklep
Gebruik leidingen die berekend zijn op de maximum bedrijfsdruk en de capaciteit van de pomp.
Er moet een balkeerklep (terugslagklep) op de verbindingsleiding met het openbare of particuliere rioolstelsel geïnstalleerd
worden. Op die manier wordt vermeden dat de vloeistof terugstroomt. Als er voor een kogelkraan gekozen wordt moet
gecontroleerd worden of deze kraan met een "zinkende (zware)" of "drijvende (lichte)" kogel uitgerust is. De keuze van de ene
of de andere oplossing heeft zijn uitwerking op de installatie en het gebruik ervan. De klep moet niet te dichtbij de elektropomp
geplaatst worden zodat de afsluiter van de klep door de stroming van de door de pomp verpompte vloeistof geopend kan
worden (behalve andersluidende aanwijzingen van de fabrikant). Beoordeel de drukverliezen van de leiding en van de
eventuele balkeerklep, indien aanwezig. Hierbij moeten altijd de plaatselijke en/of landelijke reglementen, wettelijke
voorschriften en normen in acht genomen worden.
5.3
Keuze van de schakelkast
De motoren moeten goed beschermd zijn tegen overbelasting en kortsluiting.
Controleer of de elektrische gegevens van de schakelkast overeenstemmen met die van de
LET OP
elektropomp. Als dit niet het geval is kunnen er storingen optreden en kan de beveiliging van de
elektromotor niet gewaarborgd worden.
Installeer de schakelkast niet in een explosieve omgeving of in een put.
Als u thermische relais gebruikt adviseren wij u om relais toe te passen die gevoelig zijn voor het ontbreken van een fase.
moet
geschikt
gereedschap
en
geschikte
beschermingsmiddelen
Informatie voor de installateur
Informatie voor de installateur
gebruikt
worden.
nl
De
63