2.
ROOKAFVOER
AANBEVELINGEN
Het schoorsteenkanaal moet aan de regels van goed
vakmanschap beantwoorden. Een overzicht van de belangrijkste
regels:
- Minimale hoogte (afstand tussen de aansluiting en de bovenzijde
van de schoorsteenkap) bedraagt 4 m.
- Doorsnede: schoorsteen: Ø 200
warmeluchtuitlaat: Ø 150
inlaat buitenlucht: Ø 90
- Het kanaal moet thermisch geïsoleerd zijn.
- Zowel de schoorsteenuitlaat (schoorsteenkap) als de plaatsing
ervan zijn heel belangrijk; op de uitlaat moet een kap worden
aangebracht om te vermijden dat er regen in de haard zou
vallen. Vraag advies aan een schoorsteenspecialist (voorwerpen
die de doorsnede van de uitlaat verkleinen, moeten worden
vermeden).
- De
schoorsteenuitlaat
bevinden waar de wind hinder kan veroorzaken. Hou
rekening met eventuele obstakels in de buurt van de
schoorsteenuitlaat.
- Een afzonderlijke rookafvoer telt slechts 2 schuine kanten
(m.a.w. bochten). De hoek die deze schuine kanten met
de verticale lijn vormen, mag in ieder geval niet meer
bedragen dan 20°, en niet meer dan 45° voor een afvoer
van glad metaal.
- Het roet moet in de afvoer kunnen worden opgevangen (bijeen te
vegen).
- Sluit slechts één toestel per afvoer aan.
VOOR EEN BESTAANDE AFVOER:
Controleer naast de afdichting, de luchtledigheid en de algemene stabiliteit
ook de verenigbaarheid van de haard (diameter-doorsnede) en voorzie de
afvoer indien nodig van buizen of pas de schoorsteenkap aan.
AANSLUITING HAARD-SCHOORSTEEN IN BESTAANDE AFVOER:
Sluit een trechter of een adapter aan op het buisje van de haard of op
een starre of fl exibele buis van roestvrij staal (zo recht, verticaal en glad
mogelijk) waarin de roetresten tijdens het schoorsteenvegen gemakkelijker
kunnen worden opgevangen.
mag
zich
niet
in
zones
OK!
Ideale trek
tussen
20 en 30
Pascal
Min 0,4 m
20°- 45°
OK!
800 green
45°
37