Toepassingen
De apparaat is geschikt voor het
vernevelen van vloeistoffen tegen
schimmelvorming en aantasting door
ongedierte en voor de
onkruidbestrijding. Ze worden vooral
gebruikt in de fruit-, groenteteelt en
tuinbouw, plantages,
grasvelden/grasland en de bosbouw.
Alleen die
plantenbeschermingsmiddelen
verwerken die voor het gebruik met
spuitapparatuur zijn vrijgegeven.
Het gebruik van het apparaat voor
andere doeleinden is niet toegestaan en
kan leiden tot ongelukken of schade aan
het apparaat. Geen wijzigingen aan het
product aanbrengen – ook dit kan leiden
tot ongelukken of defecten aan het
apparaat.
Toebehoren en onderdelen
Alleen die onderdelen of toebehoren
monteren die door STIHL voor dit
apparaat zijn vrijgegeven of technisch
gelijkwaardige onderdelen. Bij vragen
hierover contact opnemen met een
geautoriseerde dealer. Alleen
hoogwaardige onderdelen of
toebehoren monteren. Als dit wordt
nagelaten is er kans op ongelukken of
schade aan het apparaat.
STIHL adviseert originele STIHL
onderdelen en toebehoren te monteren.
Deze zijn qua eigenschappen optimaal
op het product en de eisen van de
gebruiker afgestemd.
SG 20
Geen wijzigingen aan het apparaat
aanbrengen – uw veiligheid kan hierdoor
in gevaar worden gebracht. Voor
persoonlijke en materiële schade die
door het gebruik van niet-vrijgegeven
aanbouwapparaten wordt veroorzaakt is
STIHL niet aansprakelijk.
Kleding en uitrusting
De voorgeschreven kleding en uitrusting
dragen bij het werken met, het vullen en
reinigen van het apparaat. De instructies
voor de veiligheid in de handleiding van
het plantenbeschermingsmiddel
opvolgen.
Met plantenbeschermingsmiddelen in
aanraking gekomen kleding direct
verwisselen.
De nauwsluitende kleding
mag tijdens het werk niet
hinderen.
Bij sommige plantenbe-
schermingsmiddelen
moet een vloeistofdicht
veiligheidspak worden
gedragen.
Bij werkzaamheden boven het hoofd
bovendien een vloeistofdicht
hoofddeksel dragen.
Vloeistofdichte en
plantenbeschermings-
middelbestendige
veiligheidslaarzen met
stroeve zool dragen.
Nooit blootsvoets of met sandalen
werken.
Veiligheidsbril dragen.
Vloeistofdichte en
plantenbeschermings-
middelbestendige
handschoenen dragen.
Het inademen van
plantenbeschermingsmiddelen kan
schadelijk zijn voor de gezondheid. Om
gezondheidsrisico's of allergische
reacties te voorkomen een geschikte
mondkap dragen. Op de aanwijzingen
van het plantenbeschermingsmiddel en
de nationale veiligheidsvoorschriften,
bijv. van beroepsgroepen, sociale
instanties, de arbeidsinspectie en
andere letten.
Omgang met
plantenbeschermingsmiddelen
Voor ieder gebruik de
gebruikshandleiding van het
plantenbeschermingsmiddel lezen. De
aanwijzingen voor het mengen, het
gebruik, de persoonlijke
veiligheidsuitrusting, het opslaan en het
milieuverantwoord afvoeren opvolgen.
De wettelijke voorschriften met
betrekking tot de omgang met
plantenbeschermingsmiddelen
aanhouden.
Nederlands
33