5. Tijdens het verhitten brandt het controle-
lampje. Zodra de gewenste temperatuur
bereikt is, gaat het lampje uit. Het apparaat
is met een thermostaat voor het regelen van
de temperatuur uitgerust. De verwarming
van het apparaat wordt in intervallen in-
en
uitgeschakeld.
schakelt het controlelampje tijdens de
verwarmingsfases in en bij het bereiken
van de ingestelde temperatuur uit. Om
optimale frituurresultaten te behalen, vul
het te frituren product pas in het apparaat
als de ideale temperatuur bereikt is en het
controlelampje uitgaat.
6. Plaats het te frituren product in de mand en
laat deze langzaam in het frituurvet zakken.
7. Stel de geïntegreerde tijdschakelklok op
de gewenste frituurtijd in (zie ook tabel
Frituurtijden). Na afloop van deze tijd wordt
u door een belletje eraan herinnert om het te
frituren product uit het apparaat te nemen.
reiNigiNg eN oNDerhouD
1. Na
gebruik
en
temperatuurregelaar op 0 zetten en de stekker
uit het stopcontact trekken.
2. het apparaat volledig laten afkoelen.
3. Het apparaat mag in geen geval in water
worden gedompeld of met water in aanraking
komen.
4. Neem het deksel van de friteuse eraf en
neem de frituurmand eruit.
5. Laat het frituurvet iets afkoelen. Neem dan
het vetreservoir uit het apparaat en giet het
vet, voordat dit weer hard wordt, door een
met keukenpapier bedekte zeef. U kunt het
vet in de koelkast bewaren een meerdere
malen gebruiken.
6. Veeg het apparaat van binnen en buiten
met een vochtige doek met een beetje
afwasmiddel af en wis met een vochtige doek
met schoon water na. Gebruik geen scherpe
of schurende poetsmiddelen. Let erop dat
geen water het apparaat binnendringen kan.
Droog het apparaat goed af.
Dienovereenkomstig
vóór
het
reinigen
8. Zodra
de
controlelampje weer wordt ingeschakeld,
haal de frituurmand omhoog en wacht tot
de vereiste temperatuur weer bereikt is;
dompel dan het te frituren product er weer
in en beëindig het frituren.
let oP:
op oliespetters letten!
9. Diepgevroren levensmiddelen bevatten meer
water en spetteren bij het indompelen in het
hete frituurvet.
10. Laat gefrituurde gerechten niet te lang in
de afdruipstand staan, door de opstijgende
damp wordt het gefrituurde product dan
weer week.
11. Trek na het gebruik steeds de stekker uit het
stopcontact.
de
7. De frituurmand, het vetreservoir alsmede
het deksel kunnen in warm water met een
mild afwasmiddel worden schoon gemaakt.
8. Als de filtrerende werking van het filter
aanmerkelijk minder wordt, moet het filter
door een nieuw filter worden vervangen. Het
filter is bij onze klantendienst verkrijgbaar.
Het witte vetfilter kunt u indien nodig met
warm water en een beetje afwasmiddel
uitwassen. Was echter niet het actieve
koolfilter uit, omdat dit anders niet meer
goed werkt.
9. Droog alle onderdelen goed af.
10. Zet het deksel, het vetreservoir en de
frituurmand weer in het apparaat.
11. Door een regelmatige reiniging wordt de
levensduur van het apparaat aanzienlijk
verlengd.
12. Bewaar het apparaat op een droge en tegen
stof beschermde plaats.
temperatuur
daalt
en
het
39