indicator (N) verschijnt, is de poot
goed aangebracht.
LET OP: Voordat je het autostoeltje
op de basis zet, controleer je of het sta-
biliserende blokkeersysteem gesloten
is (Fig. 13)
7. Zet het autostoeltje (tegen de rijrich-
ting in) op de basis en duw het omlaag
tot het vastzit (je hoort een klik ter
bevestiging) (fig. 14).
8. Dat het autostoeltje vastgekoppeld
is, wordt weergegeven doordat de
indicator op de zijkant (D) groen wordt
(fig. 15).
9. Controleer of het autostoeltje goed
aan de basis vastzit, door te proberen
het zowel aan de voor- als de achter-
kant op te tillen.
10. Na de koppeling draai je de hand-
greep van het autostoeltje tot ze
helemaal tegen de rugleuning van
de zitting komt (A) (fig. 15).
Om het autostoeltje van de ba-
sis te nemen:
Zet de handgreep weer rechtop (B) (fig.
15) en maak het autostoeltje los door
aan de hiervoor bestemde handgreep te
trekken en het stoeltje tegelijkertijd aan
de handgreep op te tillen (fig. 22).
De basis loskoppelen:
Verricht de voorgaande handelingen in
omgekeerde volgorde.
Druk op de verstelhendel (L) van de
steunpoot, zodat hij helemaal wordt
ingekort.
Til de ISOFIX verstelhandgreep op en
verwijder de basis zover mogelijk van
de rugleuning.
Maak de ISOFIX koppelstukken los
door op de loskoppelknoppen (H) te
drukken.
Gebruik de voorheen in de speciaal
hiervoor bestemde ruimte opgeborgen
beschermdoppen en doe ze weer op de
ISOFIX koppelstukken.
Duw het ISOFIX systeem in de basis en
verzeker je ervan dat het er zodanig inzit,
dat het niet verder kan.
INSTALLEREN EN LOSKOP-
PELEN MET DRIEPUNTSAUTO-
GORDEL
Installeren
1. Zet de basis op de voor de installatie
gekozen zitting en draai hem zodanig,
dat hij tegen de rugleuning van de
autozitting staat (fig.16).
2. Plaats de steunpoot (E) en stel hem
met de speciale verstelhendel (L) af
(fig. 17).
3. Of de poot goed staat, wordt aange-
geven door de indicators (M en N) op
de poot zelf. Als de groene indicator
(N) verschijnt, is de poot goed aan-
gebracht.
4. Trek aan de veiligheidsgordel van de
auto en steek hem in de bijbehorende
gesp en laat het horizontale gedeelte
door de twee speciale blauw aangege-
ven geleidingen (B) lopen (fig. 18).
5. Zet het autostoeltje (tegen de rijrich-
ting in) op de basis en duw het omlaag
tot het vastzit (je hoort een klik ter
bevestiging) (fig. 19).
6. Dat het autostoeltje vastgekoppeld
is, wordt weergegeven doordat de
indicator op de zijkant (D) groen wordt
(fig. 20).
7. Controleer of het autostoeltje goed
aan de basis vastzit, door te proberen
het zowel aan de voor- als de achter-
kant op te tillen.
8. Pak de diagonale gordel van de auto
vast en laat hem door de speciale
geleiding aan de achterkant van de
rugleuning van het autostoeltje lo-
pen, dat blauw wordt aangegeven
40