Voor het gebruik
Meetinrichting voorbereiden
AANWIJZING
Apparaat alleen in schone toestand gebruiken.
●
Aansluitpunten van de drukgasvoorziening reinigen (doorblazen
met lucht die vrij is van olie en vet).
●
De meetinrichting reinigen. Deze moet vrij zijn van deeltjes en
stof.
●
Beschermkap losschroeven
en de drukregelaar verbin-
den met de aansluitpunten
voor de toevoer van de druk-
gas (1). Geen gereedschap
gebruiken voor de drukrege-
laar, alleen met de hand aan-
sluiten. Zo nodig een adapter
gebruiken (zie "Technische
gegevens" op pagina 106).
1
●
Meetinrichting (2) op de
drukregelaar, aansluiten (in-
steek-nippel).
Hogedruksysteem:
●
De drukregelaar is vooraf in-
gesteld op 8,5 bar.
Lagedruksysteem:
●
Bij variërende inlaatdruk van
3 tot 15 bar moet het aan-
sluitpunt (3 bar) door middel
van het handwiel van de
drukregelaar nageregeld
worden.
Instelling bij de manometer
controleren.
●
De Bubble-Test-slang in de
bijbehorende testaansluiting
(3) van de meetinrichting ste-
ken.
●
Het andere einde van de
Bubble-Test-slang (4) in een
met water gevulde container
onderdompelen.
●
Ventiel van de drukgasvoor-
ziening langzaam openen en
installatie spoelen (drukgas
laten wegstromen).
Bij regelmatig onderhouden
installatie:
2 tot 3 minuten.
Bij andere installaties:
5 tot 6 minuten.
●
De opstijgende bellen tellen:
bij CO
, CO, Nitreuze gassen, H
2
belvorming. Bij weinig of geen belvorming het apparaat reinigen, (zie
2
Oil CO
CO H
O
2
2
3
4
S en SO
- testaansluiting sterke
2
2
95