NL
7 5 1 Algemene veiligheidscontrole
Onderdeel
Brandstofslangen
en aansluitingen.
Elektrische kabels. Alle isolatie intact.
Uitlaatsysteem.
Oliecircuit
Rijd de machine
voor- en achteruit
en laat het pedaal
van de bedrijfsrem-
aandrijving omho-
og komen.
Testrit.
7 5 2 Elektrische veiligheidscontrole
Toestand
Het koppelings-/
rempedaal is niet
ingetrapt.
De krachtafnemer
is niet ingescha-
keld.
De versnellin-
gkeuzehendel
staat niet in de
neutrale stand
De krachtafnemer
is ingeschakeld.
Lopende motor.
De krachtafnemer
is ingeschakeld.
Lopende motor.
De krachtafnemer
is ingeschakeld
Lopende motor.
7 6
STARTEN / BEDRIJF
Wanneer de machine wordt gebruikt,
moet de motorkap gesloten en vergren-
deld zijn
Bij gebruik van de machine altijd vol
gas geven
18
Resultaat
Geen lekkages.
Geen mechanische schade.
Geen lekkages bij de aan-
sluitingen Alle schroeven
aangespannen.
Geen lekkages. Geen
schade.
De machine zal stoppen.
Geen abnormale trillingen.
Geen abnormale geluiden.
Handeling
Resultaat
Probeer te
De motor
starten.
start niet.
Probeer te
De motor
starten.
start niet.
De bestuur-
De motor
der gaat
start niet.
staan.
De bestuur-
De motor
der gaat
slaat af.
staan.
Verwijder de
De motor
zekering van
slaat af.
20 A (1:L).
NEDERLANDS
Wacht het starten van de machine 2 se-
conden in de startpositie alvorens de
motor te starten
1 Open de brandstofkraan (16).
2 Controleer of the bougiekabel(s) op de
bougie(s) is/zijn geplaatst.
3 Controleer of de krachtafnemer uitgescha-
keld is(12:A; 13:A).
4 Houd uw voet niet op het pedaal van de be-
drijfsrem/aandrijving (10:F).
Koude start
1 Schakel de aandrijving in (14:A).
2 Schakel de parkeerrem in (11:B).
3 Bedien de chokehendel (indien voorzien)
(12:D:13:C).
4 Draai de contactsleutel om en start de motor.
5 Wanneer de motor gestart is, het gas opvoe-
ren tot het maximum met het gaspedaal
Alvorens met de machine te gaan wer-
ken, een paar minuten wachten tot de
olie warm is
Warme start
1 Schakel de aandrijving in (14:A).
2 Schakel de parkeerrem in (11:B).
3 Zet de hendel op vol gas (12:D:13:C).
4 Draai de contactsleutel om en start de motor.
Om verder te aan raadpleegt u de in-
structies uit paragraaf 7 6 1
7 6 1 Bedrijf
Om te machine te starten, als volgt te werk
gaan:
Alleen voor mod : [Gear]
•
Schakel een versnelling in met de hendel
(12:B)
1 Trap het pedaal (11:B) volledig in en laat het
weer opkomen.
2 Bedien het pedaal (13:E) om de machine te
laten bewegen.
3 Rijd naar het werkgebied.
4 Activeer, als er accessoires gemonteerd zijn,
de krachtafnemer (12:A; 13:A).
5 Begin te werken.
7 7
STOPPEN
Om te machine te stoppen, als volgt te werk gaan:
1 Schakel de krachtafnemer (12:A; 13:A). uit.
2 Schakel de parkeerrem (11:B) in.
3 Laat de motor één tot twee minuten stationair
draaien.
(Vertaling van de originele
gebruiksaanwijzingen)