GOK GWD Instructions De Montage page 3

Instructions de montage et d'utilisation
A prendre aussi en compte lors du montage de l'indicateur de seuil dans des secteurs à risques
d'explosion :
•
Le montage pour la zone d'ex. correspondante est autorisé, lorsque les liquides inflammables appartiennent aux
classes de température T1 à T4 selon EN 50 014.
(Appareil du groupe II, catégorie 1 et 2 G (Gaz) selon EN 50284)
•
La température de l'atmosphère à risque d'explosion ne doit pas dépasser la zone de -20°C à + 60°C.
•
La pression ne doit pas dépasser le secteur de 1,1 bar maximum.
•
Les liquides inflammables ne doivent pas avoir une action chimique ou corrosive.
•
La sonde doit absolument rester étanche.
L'amplificateur de distribution (sur le véhicule-citerne par ex., selon EN 13616 / TRbF 512) en tant que partie d'une
chaîne de distribution pour dispositifs de sécurité de remplissage ou autres dispositifs de signalisation doivent se trouver
à l'extérieur de la zone à risques d'explosion.
Le circuit de palpeur pour la résistance de
conducteur de froid (PTC) est classé dans le
type de protection sécurité intrinsèque et
n'est homologué que pour le raccord à un
circuit certifié à sécurité intrinsèque avec les
valeurs maximum nommées ici :
Le circuit à sécurité intrinsèque doit être monté séparément des autres circuits en cas d'installation fixe du conduit de
raccordement. Pour les réservoirs de stockage de liquides inflammables, le conduit de raccordement vers la cheminée
doit être monté de façon étanche au gaz.
Etant donné qu'une partie du circuit à sécurité intrinsèque est installé en zone 0, le circuit à sécurité intrinsèque doit être
raccordé au dispositif de liaison équipotentielle par les bornes de terre de la barrière de sécurité et ce, sur une distance
la plus courte possible. Cette exigence est valable aussi pour les modèles GWG, illustr. 4,5,6 et 9 avec dispositif de
raccord type 905 / 906.
Remarque: pour les modèles GWG, illustr. 7,8, raccordés aux amplificateurs de distribution sur le véhicule-citerne par
ex., selon EN 13616 / TRbF 512, cette exigence est généralement satisfaite.
Dans le cadre du contrôle avant la première mise en service et des contrôles réguliers par un service de contrôle
nommé, un CONTROLE DE FONCTIONNEMENT de l'indicateur de valeur seuil doit être effectué.
Bij het inbouwen van de grenswaardesensor in zonen met explosiegevaar moet bovendien het volgende
in acht worden genomen:
•
Het inbouwen in de betreffende Ex-Zone is toegestaan wanneer de ontvlambare vloeistoffen tot de in EN 50 014
genoemde temperatuurklassen T1 tot T4 behoren.
(Apparatuur van Groep II, Categorie 1 en 2 G (Gas) volgens EN 50 284)
•
De temperatuur van de explosieve atmosfeer moet zich binnen het gebied van -20°C tot + 60°C bevinden.
•
De druk mag niet hoger zijn dan 1,1 bar
•
De ontvlambare vloeistoffen mogen geen chemische of corrosieve werking uitoefenen.
•
De dichtheid van de sonde mag niet in gevaar zijn.
De schakelversterker aan de tankwagen (bijv. volgens EN 13616 / TRbF 512) als onderdeel van een
besturingsprogramma voor beveiliging tegen overvullen, en ook andere meldingsinrichtingen moeten zich buiten het
gebied met explosiegevaar bevinden.
De voeler-stroomkring voor de weerstand met
positieve temperatuurcoëfficiënt (PTC) is met
de ontstekings-beveiliging van het type
'Eigenveiligheid' uitgevoerd en slechts voor
aansluiting aan een gecertificeerde intrinsiek
veilige stroomkring met de hier genoemde
maximale waarden toegelaten:
De stroomkring met 'Eigenveiligheid' moet bij vaste installatie van de verbindingskabel gescheiden van andere
stroomcircuits worden aangebracht. Bij opslagtanks van ontvlambare vloeistoffen moet de verbindingskabel met het
mangat van de opslagtank gasdicht worden aangebracht..
Aangezien een deel van de stroomkring met 'Eigenveiligheid' in Zone 0 is geïnstalleerd, moet deze stroomkring langs de
kortste weg met de aardingsklemmen van de veiligheidsbarrière aan het potentiaal-compensatie-systeem worden
aangesloten. Deze eis geldt ook voor de GWG-uitvoeringen van afbeelding 4,5,6 en 9 met aansluitinrichting Type 905 /
906.
Opmerking: Bij GWG-uitvoeringen van afbeelding 7,8 in verbinding met een schakelversterker aan de tankwagen (bijv.
volgens EN 13616 / TRbF 512) is aan deze voorwaarde in het algemeen voldaan.
(TRbF 512: "Richtlinie für den Bau von Abfüllsicherungen")
In het kader van de controle vóór de eerste ingebruikneming en bij latere periodieke controles door een officieel
keuringsbureau moet een FUNCTIONELE TEST (zie bladz. 6 - FUNCTIECONTROLE) van de grenswaardesensor
worden doorgevoerd.
Montage- en bedieningsinstructies
Tension nominale U
Intensité nominale du courant I
Puissance nominale P
Capacité effective intérieure C
Inductivité effective intérieure L
Valeur maximum sans mise en danger de la
sécurité intrinsèque U
Nominale spanning U
Nominale stroomsterkte I
Nominaal vermogen P
Inwendig actieve capaciteit C
inwendig actieve inductiviteit L
Maximale waarde zonder de
'Eigenveiligheid' in gevaar te brengen U
Edition / Uitgave 08.2010
Page / Pagina 3
o
K
i
i
m
o
K
i
i
m
Jusqu'à DC 19,4 V
Jusqu'à DC 150 mA
Jusqu'à 600 mW
négligeable
négligeable
Jusqu'à 24 V
tot DC 19,4 V
tot DC 150 mA
tot 600 mW
te verwaarlozen
te verwaarlozen
tot 24 V