Verwijder de sproeiarm (4) in het apparaat (zie afb. U) om deze te reinigen. Duw de
sproeiarm hiervoor iets omhoog en haal deze uit het apparaat. Reinig de sproeiarm
onder stromend water en controleer of de openingen niet zijn verstopt. Plaats de arm
daarna terug in het apparaat.
Voer in geval van vetafzettingen het intensief-programma uit zonder belading om de
binnenruimte te reinigen.
Om vlekken of vervuiling van het oppervlak van de binnenruimte te verwijderen, ge-
bruikt u een met water en een beetje azijn bevochtigde doek of een voor de vaatwas-
ser geschikt reinigingsmiddel.
12. Bescherming tegen bevriezing
Volg bij gebruik in een koude omgeving, bijvoorbeeld tijdens de wintermaanden, na elke
afwasbeurt de volgende instructies op om bevriezing te voorkomen:
Haal de stekker (20) uit het stopcontact.
Draai eventueel de watertoevoer dicht en trek de waterslang van de waterinlaatklep
(21).
Maak de watertank leeg, zoals in "1 1.1. Water handmatig weg laten lopen" op blz.
174 beschreven.
Laat het water uit de slang en de klep lopen (bijvoorbeeld in een emmer).
Sluit de slang weer aan op de waterinlaatklep (21).
Haal het filtersysteem (5) onder uit het apparaat en neem met een doek of spons het
achtergebleven water op van de bodem van het apparaat.
Neem contact op met de klantenservice of een gekwalificeerde monteur als
het apparaat door bevriezing niet meer werkt.
Afb. U
Nederlands -177