Bij de aansluiting op een sifon hebt u afhankelijk van de uitvoering van de si-
fon een adapterstuk nodig voor het aansluiten van de afvoerslang. Deze is in
de vakhandel verkrijgbaar.
Maak het uiteinde van de slang zo vast dat de slang niet kan wegglijden (zie afb. H).
8.4.2. Slang in een afvoerpijp steken
LET OP!
Mogelijke materiële schade!
Als er onbedoeld water uit het apparaat naar buiten komt,
kan er materiële schade ontstaan.
Zorg ervoor dat de afvoerslang in ieder geval op een
hoogte van 60 cm in de afvoer komt te zitten, omdat an-
ders de pomp minder goed werkt.
Het uiteinde van de slang mag nooit in het water liggen.
Let erop dat er geen knikken in de toevoer- en afvoer-
slang komen en dat ze nergens klem zitten.
U kunt de afvoerslang ook in een afvoerpijp leiden. Hang de slang zo in de afvoerpijp
dat hij niet kan losraken en dat het water ongehinderd direct naar beneden loopt.
De afvoerslang kan max. 100 cm worden verlengd. Gebruik een verlengstuk met een
binnendiameter die minimaal gelijk is aan de diameter van de oorspronkelijke slang en
een passend koppelstuk.
De verlengslang moet evenwijdig lopen aan de vloer – alleen het gedeelte in de buurt
van het afvoerpunt moet omhooglopen.
Afb. H
Nederlands -159