Algemene Informatie - Sundstrom SR 307 Mode D'emploi

Persluchtaccessoire SR 307
NL
1.

Algemene informatie

2. Gebruik
3. Technische gegevens
4. Onderhoud
5. Onderdelenoverzicht
6. Goedkeuringen
1. Algemene informatie
Sundströms persluchttoestel SR 307 kan worden gebruikt met de
halfgelaatsmaskers van Sundström en met alle merken volgelaats-
maskers die voorzien zijn van standaardschroefdraad volgens EN
148-1: 1999. Zońn combinatie vormt een ademhalingsapparaat
met continue luchtstroming voor persluchtaansluiting volgens EN
14594:2005.
Als u vragen hebt over de apparatuurkeuze of het onderhoud van de
apparatuur, raadpleeg dan uw leidinggevende of leverancier of neem
contact op met uw verkooppunt. U kunt ook contact opnemen met
de technische service van Sundström Safety AB.
Ademhalingsbescherming moet altijd een onderdeel zijn van een
ademhalingsbeschermingsprogramma. Zie EN 529:2005 voor infor-
matie en richtlijnen. Deze norm geeft informatie over de belangrijke
aspecten van een ademhalingsbeschermingsprogramma, maar is
geen vervanging voor nationale en lokale voorschriften.
1.1 Toepassingen
De SR 307 biedt binnen één masker de keuze om te werken met
filterbeveiliging of met een beveiliging met persluchtaansluiting.
De persluchtvoorziening kan als alternatief voor filterbescherming
gebruikt worden in alle situaties waarvoor dit soort beschermingen
geadviseerd worden. Dit geldt vooral voor zwaar en langdurig werk
en bij verontreinigingen die zeer giftig of moeilijk op te merken zijn.
1.2 Beschrijving van het systeem
De SR 307, gemonteerd in een gezichtsmasker van Sundström,
is bedoeld voor aansluiting op een persluchtvoorziening die lucht
produceert die geschikt is om in te ademen. De overdruk in het
masker voorkomt dat verontreinigde omgevingslucht in het masker
doordringt.
Men sluit de persluchtslang (goedgekeurd voor ademhalingslucht)
aan op een regelklep die zich op een riem bevindt. Met deze klep
regelt men de luchtstroming naar het masker. Het regelventiel is
voorzien van een waarschuwingsfluitje dat in werking treedt als
de hoeveelheid lucht onder de minimaal toegestane luchtstroming
daalt. De door de fabrikant minimaal toegestane luchtstroming
bedraagt 120 l/min.
1.3 Ademhalingslucht
Ademhalingslucht dient conform EN 12021:2014 aan de volgende
zuiverheidseisen te voldoen:
• verontreinigingen moeten tot het minimum beperkt zijn en mogen
de hygiënische limiet nimmer overschrijden;
• het mineraaloliegehalte moet zó gering zijn dat er geen oliereuk
ontstaat (de reukgrens ligt rond de 0,3 mg/m
• het dauwpunt van de lucht dient laag genoeg te zijn om inwendige
bevriezing van de uitrusting te voorkomen.
Bij twijfel of voldaan is aan de bovenstaande eisen, moet een filter zo-
als het Sundström type SR 99-1 persluchtfilter worden aangesloten.
Fig. 10. Het SR 99-1 persluchtfilter bestaat uit een voorafscheider
en een hoofdfilter.
Het hoofdfilter bestaat uit een gasfiltergedeelte (klasse A3 volgens
EN 141:1990) met ca. 500 g actieve koolstof, omhuld met twee
deeltjesfilters (klasse P3 volgens EN 143:1990). De opvangcapaciteit
is 100 - 150 g olie.
Nadere informatie over ademhalingslucht vindt u in Europese norm
EN 132:1998 en in eventueel andere nationale voorschriften die
van kracht kunnen zijn.
38
2. Gebruik
2.1 Uitpakken
Controleer of de levering compleet is volgens de paklijst en of er
geen transportschade is.
2.2 Paklijst
• Masker met ademhalingsslang
• Regelklep
• Heupriem
• Sluitring
• Stromingsmeter
• Gebruiksaanwijzing
2.3 Controleren van de werking
Controleer vóór het gebruik telkens of de luchtstroming door de bus
minstens 150 l/min is. Ga als volgt te werk:
• Sluit de ademhalingsslang aan op het regelventiel. Fig. 3.
• Sluit de persluchtslang aan op het regelventiel. Fig. 4.
• Draai de stelknop op het regelventiel zo ver mogelijk tegen de
wijzers van de klok in om de luchtstroming te reduceren tot de
minimumopbrengst. Fig. 3.
• Leg het toestel in de zak en neem het onderstuk van de zak beet
om de ademhalingsslang af te dichten. Houd met uw andere
hand de stromingsmeter vast zodat het buisje loodrecht uit de
zak steekt. Fig. 2.
• Controleer de positie van het balletje in de buis. Het balletje moet
op dezelfde hoogte of net boven de markering op het buisje
zweven.
Als de laagste stroming niet gehaald wordt, controleer dan of:
• de stromingsmeter loodrecht gehouden wordt;
• de vlotter niet in zijn bewegingen gehinderd wordt;
• de luchttoevoer niet door knikken in de slangen belemmerd wordt.
2.4. Opzetten
Fig. 5-6.
• Doe de riem om en stel de lengte bij.
• Plaats het regelventiel op de riem dusdanig dat u er makkelijk
bij kunt voor de fijnafstelling van de luchtstroming en dat u de
ademhalingsluchtslang steeds onder opzicht hebt; hij mag m.a.w.
niet achter op uw rug zitten.
• Stel de hoofdriemen van het gezichtsmasker in zodat het masker
stevig en comfortabel zit. Zie de gebruiksaanwijzing van het
masker dat u gebruikt. Gecombineerd met een heel masker
dient altijd de sluitring gebruikt worden om de bevestiging van
de aansluitdoos te waarborgen. Zie fig. 1:6
• Sluit de ademhalingsslang van de persluchtaccessoire aan op de
uitgang van de regelklep. Zie fig. 3.
• Rol de persluchtslang uit en zorg ervoor dat hij niet in
kronkels ligt.
• Sluit de persluchtslang aan op de ingang van de regelklep.
Fig. 4.
• Het gezichtsmasker wordt nu voorzien van lucht en kan worden
); opgezet.
3
• Stel de luchtstroming in met de draaiknop op de regelklep, aang-
epast aan de werkomstandigheden. Zie fig. 3. Minimale stroming
wordt in volledig gesloten modus bereikt (linksom draaien) en
maximale stroming wordt in volledig geopende modus bereikt
(rechtsom draaien).
• De meegeleverde bevestigingsklem op de ademhalingsslang is
goed geschikt om de slang aan de kleding vast te zetten. Zie fig.
1:11.