NL
1. Algemene informatie
2. Onderdelen
3. Gebruik
4. Onderhoud
5. Technische specificaties
6. Uitleg van de symbolen
7. Goedkeuringen
1. Algemene informatie
Ademhalingsbescherming moet altijd een onderdeel zijn van
een ademhalingsbeschermingsprogramma. Zie EN 529:2005
voor adviezen.
Deze normen geven informatie over de belangrijke aspecten
van een ademhalingsbeschermingsprogramma, maar zijn
geen vervanging voor nationale en lokale voorschriften.
Als u vragen hebt over de apparatuurkeuze of het onderhoud
van de apparatuur, raadpleeg dan uw leidinggevende of neem
contact op met uw verkooppunt. U kunt ook contact opnemen
met de technische service van Sundström Safety AB.
1.1 Beschrijving van het systeem
De kappen SR 601/SR 602 maken samen met de ventilatie-eenheid
SR 500/SR 500 EX/SR 700 onderdeel uit van de Sundström
adembeschermingsinrichting met geforceerd ventilatiesysteem
volgens EN 12941:1998 (Afb. 1). In omgevin gen met ontploffings-
gevaar kan de SR 601/SR 602 worden gebruikt in combinatie met
ventilatoreenheid SR 500 EX. De ademhalingsslang moet worden
aangesloten op de ventilatie-eenheid met filters. De atmosferische
overdruk die wordt veroorzaakt in de hoofdkap, voorkomt dat
stofdeeltjes en andere verontreinigingen in de ademzone komen.
1.2 Toepassingsgebieden
De SR 601/SR 602 in combinatie met een ventilator SR 500/
SR 500 EX/SR 700, kan worden gebruikt als een alternatief
voor stofmaskers met filters bij alle omstandigheden waarbij
deze worden aanbevolen. Dit is vooral van toepassing op
werkzaamheden die moeilijk, warm of langdurig zijn. Bij de
keuze van de hoofdkap moet onder andere rekening worden
gehouden met het volgende:
• type verontreiniging
• concentraties
• werkdruk
• eisen aan de bescherming in aanvulling op de behoefte
aan een ademhalingsbeschermingsvoorziening
De risico's dienen te worden geanalyseerd door een hiertoe
geschoold persoon met ervaring op dit gebied.
1.3 Waarschuwingen/beperkingen
Houd er rekening mee dat er lokale verschillen kunnen zijn in de
voorschriften voor het gebruik van ademhalingsbeschermings-
apparatuur.
Waarschuwingen
Het product mag niet worden gebruikt:
• als de ventilator is uitgeschakeld. In deze ongewone situatie
biedt de apparatuur geen bescherming. Daarnaast bestaat het
gevaar dat zich in de hoofdkap een hoge concentratie kooldioxide
verzamelt, waardoor er een tekort aan zuurstof ontstaat.
• als de aard van de verontreinigingen onbekend is
• in omgevingen die direct levensgevaarlijk zijn of de gezondheid
bedreigen (IDLH)
Kappen SR 601 en SR 602
• in omgevingen waar de lucht met zuurstof verrijkt is of niet het
normale zuurstofgehalte heeft
• als u moeite hebt met ademhalen
• als u de reuk of smaak van verontreinigingen verneemt
• als u last hebt van duizeligheid, misselijkheid of ander ongemak
Beperkingen
• De hoofddeksels mogen niet worden gebruikt in combinatie met
beschermende foliein een potentieel explosieve atmosfeer.
• Als de werkdruk zwaar is, kan er tijdens de inademingsfase een
onderdruk in het gezichtsonderdeel ontstaan, met het risico dat
er omgevingslucht binnendringt.
• Als het product wordt gebruikt in een omgeving waar het hard
waait, kan de beschermingsfactor afnemen.
• Het product moet tegen het gezicht zijn afgedicht om ervoor
te zorgen dat de kap onder druk komt te staan en naar binnen
lekken in de kap te voorkomen.
• Zorg ervoor dat de ademhalingsslang geen lus vormt die aan
een voorwerp in uw omgeving kan vasthaken.
• Til of draag het product nooit aan de ademhalingsslang.
2. Onderdelen
2.1 Controle bij levering
Controleer aan de hand van de pakbon of het product compleet
en onbeschadigd is.
Pakbon
• Kap
• Hoofdband met luchtleiding
• Ademhalingsslang
• Gebruiksaanwijzing
• Reinigingsdoekje
2.2 Accessoires / reserveonderdelen
Afb. 3.
Onderdeel
1. Kap SR 601
2. Kap SR 602
3. Hoofdband
4. Luchtleiding
5. Ademhalingsslang
6. Pakking voor slang
7. Zweetband
8. Beschermende folie
9. Comfortkit
10. Reinigingsdoekjes. Doos met 50 stuks
3. Gebruik
3.1 Installatie
Zie ook de gebruiksaanwijzing voor de gebruikte ventilatie-eenheid
SR 500/SR 500 EX/SR 700.
3.1.1 Kap
• Bevestig de hoofdband en de luchtleiding in de kap. Afb. 25.
• Trek het achterste gedeelte van de kap over de luchtleiding
omlaag. Afb. 26.
• Bevestig de kap in de twee bevestigingssleuven op de luchtleiding.
Afb. 27.
Bestelnr.
R06-5401
R06-5501
R06-0601
R06-5402
R06-0635
R01-3011
R06-0602
T06-0401
T06-0606
H09-0401
45