Z
Z
a
a
a
a
g
g
k
k
e
e
Gevaar voor letsel!
Zet de motor bij werkzaamheden aan de
geleiderail en zaagketting altijd af en
draag veiligheidshandschoenen!
Maak de bevestigingsmoeren (55) om max. 1
omdraaiing los.
Breng het uiteinde van het geleidingsrail iets omhoog
en draai de kettingspanschroef (57) naar rechts tot de juiste
kettingspanning is bereikt.
De zaagketting is correct gespannen, als ze in het
midden van de geleiderail ca. 3 – 4 mm omhoog kan
worden gebracht.
Draai de kettingspanschroef naar links, als de zaagketting
te strak is gespannen.
Controleer of de schakels correct in de geleidingsgleuf
van de geleiderail liggen.
Trek de bevestigingsmoeren (55) weer vast.
Controleer de zaagkettingspanning
voor werkbegin
na de eerste sneden
gedurende het zagen regelmatig alle 10 minuten
Slechts met een correct gespannen zaagketting en een
toereikende smering heeft u invloed op de levensduur.
Houdt alstublieft rekening met het volgende:
een nieuwe zaagketting moet vakker worden nagespannen
bij verwarming van de ketting op bedrijfstemperatuur rekt
ze zich uit en moet worden nagespannen.
Na beëindiging van de zaagwerkzaamheden de
zaagketting weer ontspannen, omdat bij afkoeling anders te
hoge spanningen in de zaagketting zouden ontstaan.
klappert de ketting of komt ze uit de geleiding, meteen
naspannen.
V
o
o
r
b
e
r
e
i
d
V
o
o
r
b
e
r
e
i
d
T
Bij de omgang met benzine en olie is extra
waakzaamheid geboden. Roken en open vuur is
niet toegestaan (explosiegevaar).
Het toestel werkt op een mengsel van normale
benzine (loodvrij) en tweetaktmotorolie.
Benzine: octaangetal minimaal 91 ROZ, loodvrij
• Vul de tank niet met loodhoudende benzine, diesel of
andere niet-toegestane brandstoffen.
• Gebruik geen benzine met een octaangetal lager dan 91
ROZ. Dit kan door verhoogde motortemperaturen tot
ernstige beschadiging van de motor leiden.
• Wanneer u constant met een hoog toerental werkt, moet u
benzine met een hoger octaangetal gebruiken.
92
t
t
t
t
i
i
n
n
g
g
s
s
p
p
a
a
n
n
n
n
e
e
n
n
e
n
t
e
r
i
n
g
e
b
r
u
i
k
n
a
m
e
n
t
e
r
i
n
g
e
b
r
u
i
k
n
a
m
a
n
k
e
n
T
a
n
k
e
n
Om milieutechnische redenen wordt het gebruik van
loodvrije benzine aanbevolen.
Tweetaktmotorolie:
volgens specificatie JASO FC of ISO EGD
• Maak uitsluitend gebruik van tweetakt-motorenolie voor
luchtgekoelde motoren.
Mengverhouding 40:1
Benzine
1 liter
2 liter
5 liter
10 liter
• De hoeveelheid olie moet exact aangehouden worden, omdat
een geringe afwijking van de hoeveelheid olie bij kleine
hoeveelheden brandstof grote invloed op de mengverhouding
heeft.
• Verander de mengverhouding niet, hierdoor ontstaan in
toenemende mate verbrandingsresten, het brandstofverbruik
stijgt en het vermogen neemt af, of de motor wordt
beschadigd.
Meng benzine en olie in de meegeleverde brandstof-
mengbak (27).
• Brandstoffen zijn maar beperkt houdbaar. Te lang opgeslagen
brandstoffen en brandstofmengsels kunnen tot start-
problemen leiden. Meng daarom slechts de hoeveelheid
brandstof die u in een maand verbruikt.
• Sla brandstoffen alleen op in hiervoor toegestane en
gemarkeerde reservoirs. Bewaar brandstofreservoirs droog
en veilig.
• De brandstofreservoirs moeten buiten het bereik van kinderen
bewaard worden.
Restbrandstoffen en voor de reiniging toegepaste vloeistoffen
moeten volgens de regels en milieuvriendelijk worden
afgevoerd.
e
e
• Motor uitschakelen en laten afkoelen!
• Veiligheidshandschoenen dragen.
• Contact met de huid en ogen vermijden!
• In ieder geval op "Veilige omgang met
Maak de omgeving van de dop schoon. Verontreinigingen in
de tank veroorzaken bedrijfsstoringen.
Maak de tankdop (19) voorzichtig open, zodat eventueel
aanwezige overdruk kan zakken
Schud het reservoir met het brandstofmengsel nog een keer
voordat de inhoud in de tank wordt gegoten.
H
H
e
e
t
t
m
m
e
e
n
n
g
g
e
e
n
n
Tweetaktmotorolie
0,025 liter
0,050 liter
0,125 liter
0,250 liter
T
a
n
k
e
n
v
a
n
h
e
t
t
o
T
a
n
k
e
n
v
a
n
h
e
t
t
o
brandstof" opvolgen.
e
s
t
e
l
e
s
t
e
l