MCS6, MCS12, MSC16
8.1
Vrije ruimte en afmetingen van de eenheid
Toelichting op afb. 2, pag. 3:
Onderdeel Beschrijving
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
INSTRUCTIE
I
De ventilator en de leidingring kunnen zowel verticaal als horizontaal wor-
den geplaatst. afb. 2, pag. 3 geeft een maritiem aircosysteem MCS5
weer met de ventilator in verticale positie.
Vrije ruimte (afb. 2, pag. 3)
Bij de plaatsing van de eenheid moet er voldoende vrije ruimte beschik-
baar zijn:
Zorg voor een minimale vrije ruimte in een omtrek van 152 mm om de
eenheid bij de zeewater- en condensafvoerpijp (1).
Zorg voor een minimale ruimte van 76 mm vóór de verdamperspoel
voor de afvoerlucht-inlaat als deze naast een spant (2) ligt.
Voor een flexibele leidingverbinding (10) en voor de vrije ruimte die
nodig is achter het toevoerlucht-rooster
– zorg voor 51 mm voor de buisring,
– laat 25 mm over voor de bochtradius en
– tel daarbij de leidingdiameter op, om de totale vrije ruimte te bere-
kenen.
Zorg voor voldoende vrije ruimte voor de installatie en het onderhoud.
Vrije ruimte voor afvoerlucht-inlaat
(indien in de buurt van het spant)
Vrije ruimte voor zeewaterpijp
Verdamper- en condenserspoel
Leidingring
Elektriciteitskastje
Rotatiecompressor
Koudemiddel-aansluiting
(deze moet toegankelijk blijven, zorg voor voldoende ruimte)
Zeewater in
Zeewater uit
Totale minimale vrije ruimte
Standaardpositie ventilatie bij transport
Mogelijke afvoerpositie
Installatie
139