Gasaansluiting
38
Afbeelding 12
De werkdruk van de gastoevoer bedraagt 30 mbar en
moet overeenstemmen met de werkdruk van het toestel
(zie typeplaatje).
De gastoevoerleiding, diameter 8 mm, moet met een snij-
ringkoppeling op de aansluitnippel (38) worden aangesloten.
De snijringen moeten overeenkomstig de gebruikte gastoe-
voerleiding worden gekozen (voor koperpijpen: bijgeleverde
steunkoppelingen en snijring van messing). Bij het vastdraaien
zorgvuldig met een tweede sleutel (SW 16) tegenhouden!
Overtuig u er alvorens de aansluiting met de boiler te maken
van dat de gasleidingen vrij van vuil, spanen en dergelijke zijn!
De leidingen moeten zodanig worden gelegd dat voor service-
werkzaamheden het toestel weer kan worden uitgebouwd.
In de gastoevoerleiding moet het aantal overgangen in door
personen gebruikte ruimten worden beperkt tot het technisch
onvermijdbare.
Montage van de bedieningspanelen
Bij gebruik van voor het voertuig of de fabrikant speci-
fieke bedieningspanelen dient de elektrische aansluiting
volgens de interfacebeschrijvingen van Truma te geschieden
(zie Elektrische aansluiting 230 V
bijbehorende Truma-onderdelen leidt tot het vervallen van de
garantie en tot het uitsluiten van aansprakelijkheidsvorderin-
gen. De inbouwfirma (fabrikant) is verantwoordelijk voor een
gebruiksaanwijzing voor de gebruiker en voor opschriften op
de bedieningspanelen.
Bij de keuze van de plaats moet rekening worden gehouden
met de lengte van de aansluitkabel (3 m). Desgewenst is een
verlengkabel van 5 m leverbaar.
m
m
5 5
Ø
m
m
5 0
Ø
28
30
27a
25
27
Afbeelding 13
). Elke verandering van de
29
28
31
26
32
31
32
33
Als inbouwmontage van de bedieningspanelen niet mo-
gelijk is, levert Truma desgewenst een opbouwframe (25 –
art.-nr. 40000-52600) als accessoire.
Het bedieningspaneel voor de gasstand (26) en (indien voor-
handen) het bedieningspaneel voor de elektrostand (27) zo
mogelijk naast elkaar monteren (hartafstand gaten 66 mm).
Boor een gat met een diameter van 55 mm (gasstand) en een
gat met een diameter van 50 mm (elektrostand) – hartafstand
gaten 66 mm.
Steek de kabel (28) met de stekker op het bedieningspaneel
voor de gasstand (26) en breng het achterste afdekkapje (29)
als trekontlasting aan.
Sluit het bedieningspaneel met een kabel (30) 4 x 1,5 mm² (niet
bijgeleverd – zie „Aansluiting 230 V
Voer de kabel door het achterste afdekkapje (27a) en borg met
de trekontlasting.
Steek de kabel door de opening naar achteren en leg de aan-
sluitkabels (28 + 30) naar de boiler.
Leg de aansluitkabel met de connector (28) naar de elektroni-
sche regeleenheid 12 V
ting 12 V ").
Bevestig beide bedieningspanelen met elk 4 schroeven (31).
Bij het 230 V
gezorgd dat het achterste afdekkapje correct afsluit en
vast tussen de inbouwwand en het afdekframe van het be-
dieningspaneel is gemonteerd. Het achterste afdekkapje mag
niet kunnen worden verwijderd als het bedieningspaneel is
gemonteerd!
Klik het voorste afdekframe (32) erop.
Als optische afwerking van het afdekframe levert Truma
zijkapjes (33) als accessoire. Neem hiervoor contact op
met uw dealer.
Elektrische aansluiting 12 V
Alvorens te beginnen met werkzaamheden aan elektri-
sche onderdelen moet het toestel van de stroomtoevoer
worden gescheiden. Uitschakelen via het bedieningspaneel is
niet voldoende!
Bij elektrisch lassen aan de carrosserie moeten de aansluitin-
gen van het toestel van het boordnet worden gescheiden.
Bij omkering van de aansluitingen bestaat er gevaar
voor kabelbrand. Bovendien vervalt elke aanspraak op
garantie of aansprakelijkheidsvordering.
Schuif de kabel (28) van het bedieningspaneel met de connec-
tor (28a) op de elektronische regeleenheid.
Leg om de kabel (28) van het bedieningspaneel veilig aan te
brengen deze door de kabelgeleiding (28b).
De 12 V
voeding wordt op klem (35) aangesloten.
oranje = plus 12 V
blauw = minus
Daarvoor met een kleine schroevendraaier van boven de klem
indrukken en de kabel er van voren insteken.
Met een kabel 2 x 1,5 mm² op het gezekerde boordnet (cen-
trale elektrische module 5 – 10 A) aansluiten.
33
Sluit de minkabel aan op de centrale massa. Bij lengten van
meer dan 6 m een kabel 2 x 2,5 mm² gebruiken. Bij directe
aansluiting op de accu moeten de plus- en de minkabel wor-
den gezekerd.
Zo nodig de buitenste kabelmantel bij de doorvoer door het
kapje verwijderen.
, bedieningspaneel") aan.
(aansluiting zie „Elektrische aanslui-
bedieningspaneel moet ervoor worden
39