5.6 Plaatsing van de bedieningskast en joystick
WAARSCHUWING!
•
Controleer of het bedieningssysteem goed is
bevestigd en of de joystick zich in de juiste positie
bevindt.
•
De arm en hand waarmee u de joystick bedient moet
bijvoorbeeld worden ondersteund door een gepolsterd
armkussen.
•
Gebruik de joystick niet als de enige ondersteuning
voor uw hand en arm. Door bewegingen en stoten van
de rolstoel kunt u de controle over de stoel verliezen.
De bedieningskast is gemonteerd op een railmechanisme
waardoor deze naar voren en achteren kan bewegen.
Wanneer de meest comfortabele positie is gevonden,
kan het mechanisme worden vastgezet door de hiervoor
bedoelde schroef aan te draaien. (Fig. 5.10, A)
WAARSCHUWING!
Controleer voor gebruik of de schroef vast aangedraaid
is. Dit is ook van groot belang tijdens transport van uw
rolstoel.
5.7 Klaar voor gebruik. (Fig. 5.11).
•
Zet door middel van de Aan/Uit knop de stroom aan,
(A).
•
De accuspanningsmeter knippert en blijft vervolgens
aan.
•
Controleer of de maximale snelheid is ingesteld op
een niveau dat u prettig vindt, (B).
•
Gebruik de joystick om de snelheid en richting van de
rolstoel te bepalen, (C).
OPMERKING: Zie ook hoofdstuk 7.
162
ZIPPIE SALSA M
Mini
2
A
A
B
C
Fig. 5.10
Fig. 5.11
B
Rev.C