4.26 Achteruitkijkspiegel
WAARSCHUWING!
Let op de spiegel: deze steekt uit en kan bij
onoplettendheid mensen verwonden als u langs rijdt.
De spiegel is verplicht op Britse wegen op het 10km/u
model.
Zorg er voor, wanneer u gebruik maakt van een spiegel,
dat deze schoon en onbeschadigd is, zodat uw zicht niet
gehinderd wordt.
4.27 Krukkenhouder
WAARSCHUWING!
•
Controleer of de kruk op de juiste wijze in de
krukkenhouder is geplaatst.
•
Zorg ervoor dat de kruk geen hinder oplevert voor de
mechanismen van de stoel.
•
Controleer of de kruk niet uitsteekt.
•
Probeer niet de kruk te pakken terwijl de rolstoel in
beweging is.
•
Zet de rolstoel altijd helemaal stil en onderbreek
het stroom voordat u de kruk probeert te pakken.
Hierdoor voorkomt u dat de stoel per ongeluk
ongewild in beweging komt.
4.28 Verlichting en richtingsaanwijzers
WAARSCHUWING!
Controleer of de verlichting en richtingaanwijzers goed
functioneren en de glazen schoon zijn voordat u in het
donker naar buiten gaat.
4.29 Wegklapbaar werkblad
WAARSCHUWING!
•
Het maximaal toegestane gewicht voor het werkblad
is 2,5 kg.
•
Overbelast het werkblad niet; dit kan leiden tot
afbreken van het werkblad of instabiel worden van de
rolstoel.
•
Laat geen brandende sigaretten of andere
hittebronnen op het blad liggen; hierdoor kan het
werkblad vervormen of kunnen brandvlekken
ontstaan.
•
Let op dat handen, voeten en kledingstukken niet
beklemd raken wanneer het werkblad voor gebruik op
zijn plaats wordt gebracht.
156
ZIPPIE SALSA M
Mini
2
4.29.1 Zitsysteemvergrendeling
Uw elektrisch aangedreven rolstoel is voorzien van een
zitsysteemvergrendeling, waardoor service en onderhoud
mogelijk is. (lees hoofdstuk 10 voor aanvullende
informatie)
WAARSCHUWING!
Beweeg de rolstoel niet wanneer de
zitsysteemvergrendeling geplaatst is en zorg ervoor dat u
op een vlakke, stabiele ondergrond staat.
4.30 Beklimmen van een stoeprand of trede
WAARSCHUWING!
Benader een stoeprand altijd onder een hoek van 90°
Benader de stoeprand of trede altijd in een hoek van
90° terwijl u rustig en langzaam rijdt, (Fig. 4.3).
Benader de stoep in een hoek van 90° en breng de
rolstoel tot stilstand zodra de zwenkwielen de stoeprand
raken.
Geef voldoende vermogen om de voorkant van de
rolstoel omhoog te brengen tegen en op de rand van de
stoep of trede. Geef dan meer vermogen, zodat ook de
aandrijfwielen rustig en zonder aarzelen tegen en op de
stoep of trede rijden, gevolgd door de achterwielen. Houd,
voor zover mogelijk, de joystick recht naar voren, (Fig. 4.4
- 4.5).
Opmerking: De ruimte vanaf de grond tot aan de rolstoel
is zodanig dat u over obstakels met een maximale hoogte
van 70 mm kunt rijden.
WAARSCHUWING!
De snelheid en wijze van benaderen kan variëren,
afhankelijk van het vermogen van uw rolstoel en de keuze
van de zwenkwielen.
Fig. 4.4
Fig. 4.3
Fig. 4.5
Rev.C