Montage
Klap de greepstangen open (Afb. M1)
OPGELET, bij het openklappen van de greepstangen mag de kabel niet geplet worden.
Hef het greepbovendeel en onderdeel aan en klap dit naar achter.
Greeponderdeel bevestigen (Afb. M2)
Laat het greeponderdeel in de uitsparingen vastklikken en draai de handwielen vast (A). OPGELET, de kabel mag niet geplet worden.
Hoogteverstelling bevestigen (Afb. M3)
Arbeidshendel (B) naar voor drukken. Maak de vleugelmoer met schroef en schijf los en neem deze af. Hef het greepbovendeel zover aan, tot
de onderste trekstang (C) en de bovenste trekstang (D) in het kunststofdeel (E) samengebracht kunnen worden. Verbind beide trekstangen
met vleugelmoer, schroef en schijf.
Greepbovendeel bevestigen (Afb. M4)
Klap het greepbovendeel met een lichte druk naar achter en draai de handwielen (F) vast.
Bescherming tegen kabelbreuk (afb. M4)
ATTENTIE! De kabel moet altijd in de knikbescherming zitten M4 (G).
Alleen het greepbovendeel omklappen (Afb. M4/M5)
Maak de handwielen aan het greepbovendeel M4 (F) alleen los. Neem de vleugelmoer aan het stangenstelsel van de hoogteverstelling M5 af,
of maak deze zover los, dat u het greepbovendeel en de trekstang naar voor kunt klappen.
Compleet stangenstelsel van de greep samenklappen (Afb. M1)
OPGELET, bij het samenklappen van het greepstangenstelsel mag de kabel niet geplet worden.
Maak de handwielen aan het greeponderdeel en de handwielen aan het greepbovendeel los. Maak de vleugelmoer met schroef en schijf los
van de trekstangen. Druk het greeponderdeel uit de uitsparingen.
Montage van de startkabel (Afb. M6/B5)
Hef veiligheidsbeugel B5 (3) aan en in deze stand houden. Trek de startkabel langzaam tot aan de greepstangverbinding en draai deze in de
geleiding. Voor het samenklappen van het greepstangenstelsel moet de startkabel weer uitgedraaid worden.
Opvangzak* inhangen (Afb. M7)
Hef de veiligheidsklep aan. Hang de opvangzak met de haken in de uitsparingen van het chassis (zie pijl), plaats de veiligheidsklep weer terug.
(*TK 38, accessoire tegen prijsvermeerdering)
In werking stellen
Vullen met motorolie (Afb. B1)
Voor de inwerkingstelling moet u 0,5 tot 0,6 l merkolie HD SAE 15-W40 tot aan de merkstreep "Full" op de peilstaaf vullen (niet boven de
merkstreep). Schroef de peilstaaf in overeenkomstig (A), ( B) en controleer het oliepeil.
Gelieve voor het verticuteren steeds het oliepeil te controleren.
Vullen met brandstof (Afb. B2)
Niet roken, geen open vuur. Niet tanken bij lopende motor. Mors geen brandstof bij warme motor. Gebruik loodvrije normaalbenzine (geen
super plus). Vermijd het morsen van benzine. Adem de dampen niet in.
Arbeidsdiepte instellen (Afb. B3)
Alleen bij uitgeschakelde motor en stilstaande verticuteerwals. De arbeidsdiepte moet overeenkomstig de betreffende gras- en bodemomstan-
digheden ingesteld worden.
•
Plaats de arbeidshendel naar voor (arbeidspositie).
•
Regel de arbeidsdiepte met de draaigreep op de gewenste diepte (+)
Verticuteerproef:
Plaats de arbeidshendel weer naar boven (transportpositie).
-
-
Start het apparaat.
-
Beweeg de arbeidshendel langzaam naar voor.
-
Schuif het apparaat langzaam in de arbeidsrichting.
-
Schakel het apparaat onmiddellijk uit bij steenslaggeluiden of het blokkeren van de motor.
-
Draai de draaigreep 1–2 toeren naar links (-).
-
(een toer komt overeen met 2 mm)
-
Voer een nieuwe verticuteerproef uit.
•
Na veelvuldig gebruik kan de verticuteerdiepte overeenkomstig de slijtage van de messen bijgeregeld worden (+).
•
Wanneer de messen tot aan de slijtageaanduiding versleten zijn W2 (A), laat u deze in een WOLF-werkplaats als complete wisselwals
vervangen.
Aanbevelingen bij de arbeidsdiepte
• Verzorgde oppervlakken met steenvrije, zachte bodem: Arbeidsgereedschap exact op de bodemhoogte instellen.
• Stenige, onzuivere oppervlakken: Arbeidsgereedschap op bodemhoogte instellen, bij steenslag de arbeidsdiepte verminderen.
• Onverzorgde oppervlakken met veel mos: Begin met geringe arbeidsdiepte, overbelast het apparaat niet. Bij het blokkeren van het
arbeidsgereedschap moet de arbeidsdiepte verminderd worden (-). Verticuteer meermaals kruisgewijs.
Motor starten/Verticuteren (Afb. B4/B5)
Plaats de arbeidshendel B5 (1) naar achter. Druk driemaal vast op de primer op de motor B4 (2). De veiligheidsbeugel B5 (3) aanheffen en houden.
Trek aan de startgreep B6 (4) en begeleid deze langzaam met de hand weer terug. Stoppen van de motor: laat de veiligheidsbeugel los.
25