Veiligheidsvoorschriften
3. Bij het starten
• Start de motor uitsluitend, wanneer uw voeten een veilige afstand hebben ten opzichte van de snijgereedschappen.
• Kip de verticuteur niet wanneer u de schakelaar activeert, wanneer dit niet absoluut noodzakelijk is. Indien noodzakelijk kipt u de verticuteur zo
weinig mogelijk en steeds zodanig, dat de verticuteur tussen u en het mes blijft.
• Laat het apparaat niet in bekrompen omgeving - bijv. in gesloten ruimten - lopen. Vergiftigingsgevaar.
• Gebruik het apparaat alleen bij daglicht of met voldoende kunstmatige verlichting.
4. Tijdens het verticuteren - voor uw veiligheid:
• Opgelet, gevaar! Snijgereedschappen lopen na!
• Houd de door de duwstangen gegeven veiligheidsafstand aan.
• Gebruik het apparaat nooit:
- met beschadigde veiligheidsinrichtingen of afschermingen,
- ontbrekende veiligheidsinrichtingen alsook afwend- en/of opvanginrichtingen.
• Schakel de motor in overeenkomstig de aanwijzingen, en alleen dan, wanneer uw voeten op voldoende afstand staan van de roterende delen.
• Let bijzonder op hellingen op een stabiele stand.
• Steeds gaan, nooit lopen.
• Werk steeds in afdalende richting van de helling, nooit op- en neerwaarts.
• Wees bijzonder voorzichtig, wanneer u op een helling van richting verandert.
• Gebruik het apparaat niet op overmatig steile hellingen.
• Wees bijzonder voorzichtig wanneer u het apparaat achteruit rijdt of naar u toe trekt.
• Schakel het apparaat uit, wanneer het tijdens het transport gekipt moet worden. Gebruik de snijgereedschappen niet wanneer u andere
oppervlakken dan gras moet oversteken en wanneer het apparaat naar het te bewerken oppervlak of daar vandaan wordt getransporteerd.
• Voor het afnemen van de grasopvanginrichting moet de motor uitgeschakeld worden en dient de stilstand van de snijgereedschappen te worden
afgewacht.
• Vernieuw versleten of beschadigde messen steeds als set. Neem de inbouwinstructies in acht. Gebruik uit veiligheidsoverwegingen alleen originele
reserveonderdelen.
• Onderhouds- en reinigingswerkzaamheden aan de verticuteur of de veiligheidsinrichting mogen alleen bij uitgeschakelde motor uitgevoerd worden.
• Parkeer de verticuteur niet in vochtige ruimten of in de buurt van open vlammen.
• Wanneer u op een hindernis gereden bent, moet de verticuteur door een vakman gecontroleerd worden (zie werkplaatsenlijst).
• Open de veiligheidsklep nooit wanneer de motor nog loopt.
• Rijd nooit met lopende motor over kiezel - steenslag!
• Opgelet, gevaar bij ondeskundige hantering van de grasopvanginrichting.
• Verstel de arbeidsdiepte alleen bij uitgeschakelde motor en afgetrokken bougiekabel.
• Schakel het apparaat uit, trek de bougiekabel af en wacht tot de snijgereedschappen stilstaan,
- steeds, wanneer u de machine verlaat;
- vooralleer een blokkering vrij te maken;
- vooralleer u het apparaat controleert, reinigt of eraan werkt;
- wanneer u een vreemd voorwerp heeft getroffen. Controleer het apparaat op beschadigingen en voer de noodzakelijke reparaties uit;
- wanneer het apparaat ongewoon begint te trillen (onmiddellijk controleren).
• Breng uw handen en voeten nooit in de buurt van de roterende delen. Ga niet voor de grasuitwerpopening staan.
• Breng uw handen en voeten nooit in de buurt van of onder de roterende delen.
• Ga bij roterende apparaten nooit voor de open uitwerpopening staan.
• Hef het apparaat nooit op of draag het niet weg met lopende motor.
• Bij apparaten met uitwerpopening moeten de meegeleverde veiligheidsinrichtingen zoals grasopvanginrichtingen of stootplaten gebruikt worden.
• Raak de motor of de uitlaatpijp niet aan tijdens of kort na het bedrijf. Hete delen kunnen leiden tot verbrandingen of opgeschrikte bewegingen, die
letsels tot gevolg kunnen hebben.
Gebruikstijden
Gelieve de specifieke nationale verordeningen in acht te nemen.
In werking stellen
Vullen met motorolie ( fb. B1)
Voor de inwerkingstelling moet u 0,3 l merkolie HD S E 15-W40 tot aan de merkstreep "max" op de peilstaaf vullen (niet boven de
merkstreep). Schroef de peilstaaf in overeenkomstig en controleer het oliepeil.
Gelieve voor het verticuteren steeds het oliepeil te controleren.
Vullen met brandstof ( fb. B2/B4)
Niet roken, geen open vuur. Niet tanken bij lopende motor. Mors geen brandstof bij warme motor. Gebruik loodvrije normaalbenzine
(geen super plus). Vermijd het morsen van benzine. dem de dampen niet in.
Instellen van de werkdiepte.
lleen dan wanner de motor is uitgeschakeld en de machine stil staat.
• Bij aflevering staat de machine in de hoogste stand. fhankelijk van het gazon n de bodemstructuur moet de gewenste
arbeidsdiepte ingesteld worden.
• Bedieningsschakelaar in start positie ( fb. B3, a).
• Instelknop ( fb. B4) 8–10 naar links draaien (1 x draaien = 1 mm rbeidsdiepte).
Testen van machine en werkdiepte.
- Machine starten.
- Bedieningshandel la n g z a am naar voren plaatsen ( fb. B3, b).
- Machine langzaam op het te vertikuteren gazon plaatsen.
- Bij steenslag of wanneer de motor blokkeert.
• Machine direkt uitschakelen
- Instelknop 2–3 x naar rechts draaien.
- Opnieuw uittesten.
• Na veelvuldig gebruik is het raadzaam de werkdiepte dieper in te stellen,dit i.v.m.mogelijke slijtage van de messen.
20