7. Sluit bekabelde detectoren aan
Externe zones (Zone 1) aansluiten
Er kan slechts één verbreekcontact op klemmen 1 en 2 (reed)
worden aangesloten. De evaluatie vindt plaats via de draadloze
openingsmelder zelf.
Externe zones (Zone 2) aansluiten
U kunt externe melders met NC-contacten op deze draadloze o-
peningsmelder aansluiten. Bij meerdere apparaten, moeten deze
in serie geschakeld zijn. De kabelweerstand dient niet meer dan
100 ohm te bedragen. Verbind de alarmlijn met de aansluiting
"ALARM" (klemmen 2 en 3) en met "TAMP" (klemmen 4 en 5) de
sabotagelijn van de draaddetectoren.
Externe contacten inlezen
De externe contacten van de draadloze openingsmelder worden
op een extra zone van de centrale ingelezen. Open en sluit de
verbinding „TAMP" tot de ontvanger de ontvangst bevestigt.
Melder als draadloze module gebruiken
U kunt dit draadloze magneetcontact ook als draadloze module
gebruiken.
Sluit de geleiderbrugaansluiting LK2 om het interne magneet-
contact te deactiveren.
Sluit de melders op de "Reed"-aansluitingen aan en verwijder
de bestaande draadbrug (zone 1).
• Sluit de melders aan als een externe zone (zie hierboven)
(zone 2).
FUMK50000W/B
N L
| 35