Installatie En Eerste Inbedrijfstelling; De Aqa Drink Pro 20 Waterfontein Uitpakken; De Aqa Drink Pro 20 Waterfontein Voorbereiden; Het Filter Installeren - BWT AQA drink Pro 20 HCS Instructions De Montage Et De Service

Table des Matières

Publicité

Les langues disponibles
  • FR

Les langues disponibles

  • FRANÇAIS, page 22

5. INSTALLATIE EN EERSTE INBEDRIJFSTELLING

Opmerking!
De volgende wetgeving moet in acht worden genomen bij installatie en bedrijf van het sys-
teem:
» Technische regels voor drinkwaterinstallatie.
» Verordening inzake de kwaliteit van water bedoeld voor consumptie door mensen (drinkwa-
terverordening).
Alle geleverde AQA drink Pro 20 water dispensers komen overeen met de EU richtlijnen
2011/65/EU en 2015/863/EU over de beperking van het gebruik van bepaalde gevaarlijke stof-
fen in elektrische en elektronische apparatuur.
Lees vóór installatie hoofdstuk 2 'Technische gegevens' en hoofdstuk 4 'Bedienings-/Veilig-
heidsinstructies'.
Stel het apparaat op in een verticale positie.
Plaats het apparaat niet vlak tegen een muur. Bewaar een afstand van minstens 15 cm.

5.1 DE AQA DRINK PRO 20 WATERFONTEIN UITPAKKEN

Haal uw apparaat uit de verpakking. Controleer of de zending compleet is en niet is beschadigd
tijdens het transport. Defecte delen moeten meteen worden vervangen.

5.2 DE AQA DRINK PRO 20 WATERFONTEIN VOORBEREIDEN

Plaats het apparaat op een vlakke ondergrond of op de AQA drink Pro 20 kast (optioneel).
Tafelblad eenheid
Plaats de druppelbak op de beoogde plaats onder de wateruitlaat.
Alleenstaand apparaat
De kast bezit een tweede druppelbak; deze moet worden gebruikt in combinatie met de kast.
De tweede druppelbak is aangesloten aan de afvalwatertank, die is gemonteerd in de kast. Sluit
de voorbereide plug in de kast aan aan de in de afvalwatertank gemonteerde niveausensor.

5.3 HET FILTER INSTALLEREN

Neem de installatie- en bedieningsinstructies voor de installatie van filters in acht. Wij bevelen
aan om BWT filters in te zetten, die ideaal geschikt zijn voor het apparaat.

5.4 HET WATER AANSLUITEN EN DIT SYSTEEM VULLEN

Voorzichtig!
Wanneer u toebehoren installeert (slangen, aansluitkits), neem dan de afmetingen voor instal-
latie en buigradii in acht.
Er moet een nieuwe aansluitkit (aansluitstukken, afdichtingen en slangen) worden gebruikt om
het apparaat aan te sluiten aan de watertoevoer. Zet geen gebruikte aansluitkit in!
Gebruik om het apparaat aan te sluiten alleen slangen die overeenkomen met DVGW W 543
(DVGW – Duitse Technische en Wetenschappelijke Vereniging voor Gas en Water).
NL
150
» Installeer een afsluitklep vóór het apparaat.
» Installeer de drukregelaar, de waterstop en het waterfilter correct en sluit de koudwater
leiding aan aan de water dispenser (WATERINLAAT).
» Stel de drukregelaar in op 3 bar om de inkomende waterdruk aan het apparaat te begrenzen.
» Open de afsluitklep.
» Sluit het apparaat aan op het elektriciteitsnet en schakel het in met de SODA- of COLD-scha-
kelaar op het achterpaneel. Zet HOT nog NIET aan!
» Wacht 2 minuten tot de ijsbuffer (alleen HCA) of carbonator (alleen HCS) zich automatisch
vult.
» Druk op de selectietoets voor heet water (HOT, HEET), tot er water stroomt uit de uitlaat.
» Druk op de selectieknop voor plat, koud water (COLD, KOUD), tot er water stroomt uit de
uitlaat.
» Druk op de selectietoets voor water op kamertemperatuur (STILL, PLAT), tot er water stroomt
uit de uitlaat (alleen HCA).
» Druk kort op de selectietoets voor bruisend water (alleen HCS).
» Controleer het apparaat op eventuele lekkages.
» Zet de HOT-schakelaar op de achterkant van het apparaat aan.
» Na 20 min. is de volledige koel- en verwarmingscapaciteit bereikt en is het apparaat klaar voor
gebruik.
5.5 DE CO
GASCILINDER INSTALLEREN/VERVANGEN EN DE EENHEID
2
INSCHAKELEN
Voorzichtig!
Neem de waarschuwingen en transport- en opslagvoorschriften van de fabrikant in acht.
Bescherm gascilinders tegen extreme hitte, mechanische schade en corrosieve stoffen.
Sluit gascilinders niet aan en sla deze niet op in zones met een verhoogd brandgevaar.
Plaats gascilinders op een afstand van minstens 0,5 m van radiatoren.
Plaats gascilinders zo, dat ze gemakkelijk toegankelijk zijn.
Plaats gascilinders uit de buurt van nooduitgangen en vluchtroutes.
Sla volle en lege gascilinders apart op, en al naargelang het type gas.
Gascilinders mogen alleen worden opgeslagen en getransporteerd als de afsluitdop erop is
geschroefd.
Gascilinders moeten rechtop opgeslagen en tegen omvallen beveiligd worden.
Sluit alleen gascilinders aan met drukregelaars en veiligheidskleppen.
In het geval van lekkages of brand: sluit de cilinderkleppen onmiddellijk. Koel verwarmde cilin-
ders met water.
Stel in werkplaatsen en laboratoria slechts zo veel reserve cilinders op, als u nodig heeft voor
continu bedrijf.
Smeer cilinderkleppen niet met vet of olie.
Sluit de cilinderkleppen wanneer de eenheid uit bedrijf moet worden genomen of de gascilin-
ders leeg zijn.
Op het moment dat de eenheid is aangesloten aan de watertoevoer, kan de CO
worden geïnstalleerd. Gebruik alleen voor consumptie geschikte CO
Voorzichtig!
Om veiligheidsredenen mag in het geval van een gaslek de CO
niet overschrijden. Tijdens de installatie van de CO
maximale CO
inhoud van de cilinder van te voren wordt vastgelegd in overeenstemming met
2
de afmetingen of het volume van de beschikbare ruimte.
gascilinder
2
(E290).
2
concentratie in de ruimte 3%
2
gascilinders wordt aanbevolen dat de
2
NL
151

Publicité

Table des Matières
loading

Ce manuel est également adapté pour:

Aqa drink pro 20 hcaAqa drink pro 20 cas

Table des Matières