Nederlands
70
DrainLift M2/8 (3~)
L1, L2, L3, PE:
Netaansluiting 3~400 V, PE, uitvoering: schakelkast met CEE-stekker voor CEE-contact-
doos [volgens VDE 0623 in Duitsland].
De wisselstroomuitvoering DrainLift M2/8 (1~) is volgens DIN EN/IEC 61000-3-11
bestemd voor het gebruik op een stroomnet met een systeemimpedantie aan de gebouw-
aansluiting van Z
= 0,218 ohm bij een maximaal aantal van 2x45 schakelingen per uur.
max
AANWIJZING: Wanneer de netimpedantie en het aantal schakelingen per uur groter is dan
de hierboven genoemde waarden, kan de installatie op grond van ongunstige netverhou-
dingen tijdelijke spanningsdalingen en storende spanningsschommelingen (flikkeren) ver-
oorzaken.
Hierdoor kunnen er maatregelen nodig zijn, voordat de schakelkast met pomp via deze
aansluiting correct gebruikt kan worden. Informatie hierover krijgt u bij het plaatselijke
energiebedrijf en bij de fabrikant van het toestel.
7.4.2 Aansluiting alarmmelding
De installatie DrainLift M2/8 is in de fabriek voorzien van een akoestische signaalgever in
de schakelkast.
Via een potentiaalvrij contact (SSM) in de schakelkast kan een extern alarmtoestel, een
hoorn of een flitslamp worden aangesloten.
Contactbelasting:
• minimaal toegestaan: 12 V DC, 10 mA
• maximaal toegestaan: 250 V AC, 1 A
Aansluiting van de externe alarmmelding:
GEVAAR! Levensgevaar!
Bij werkzaamheden aan een geopende schakelkast bestaat er gevaar voor elektrische
schok door de aanraking van onder spanning staande onderdelen.
De werkzaamheden mogen enkel worden uitgevoerd door vakpersoneel!
Voor het aansluiten van de alarmmelding het apparaat spanningsvrij schakelen en
beveiligen tegen onbevoegd herinschakelen.
Inbouw- en bedieningsvoorschriften van de schakelkast EC-Drain LS2 in acht nemen!
• Netstekker eruit trekken!
• Het deksel van de schakelkast openen.
• Veiligheidsafdekking uit de kabelschroefverbinding verwijderen.
• Kabel door de schroefverbinding leiden en volgens het schakelschema met het potentiaal-
vrije alarmcontact verbinden.
• Na de aansluiting van de kabel voor de alarmmelding, het deksel van de schakelkast sluiten
en de kabelschroefverbinding vastdraaien.
• Netstekker weer erin steken.
AANWIJZING: De alarmmelding activeert in de fabrieksinstelling bij een vulpeil in het reser-
voir van ca. 220 mm boven de bovenkant van het opstelvlak van de installatie. Hiermee
moet rekening worden gehouden, wanneer met het alarm van de installatie ook ontwate-
ringsvoorwerpen moeten worden beveiligd die relatief laag liggen (bijvoorbeeld afvoerlei-
dingen via de vloer).
8 Inbedrijfname
Wij adviseren de inbedrijfname te laten uitvoeren door de Wilo-klantenservice.
8.1 Controleren van de installatie
VOORZICHTIG! Gevaar voor materiële schade!
Verontreinigingen en vaste stoffen, evenals ondeskundige inbedrijfname kunnen tij-
dens de werking leiden tot beschadiging van de installatie of afzonderlijke onderdelen.
• Voor de inbedrijfname eerst de totale installatie reinigen van verontreinigingen, in het
bijzonder vaste stoffen.
• Inbouw- en bedieningsvoorschriften van de schakelkast en de toebehoren in acht nemen!
De installatie mag enkel in bedrijf worden genomen, wanneer voldaan is aan de geldende
veiligheidsvoorschriften, VDE-voorschriften en de regionale voorschriften.
• Controleren of alle vereiste onderdelen en aansluitingen (toevoerleidingen, persleiding
met afsluitarmatuur, ontluchting via het dak, bodembevestiging, elektrische aansluiting)
aanwezig zijn en correct zijn gemonteerd.
• Controleren of de beluchtingsschroef van de terugslagklep in de juiste stand staat en de
afdichtingsmoer goed afdicht.
WILO SE 02/2011