d) Functie H4 „OPTIMUM START"
De functie „OPTIMUM START" is uitsluitend in de verwar-
mingsmodus (zie hoofdstuk 10. a) beschikbaar.
Naargelang de aangesloten verwarming, kamergrootte en omge-
vingsomstandigheden kan de aangesloten verbruiker evt. vroe-
ger worden geactiveerd om de gewenste temperatuur sneller te
bereiken. De kamerthermostaat merkt daarbij hoe lang het de
dag voordien heeft geduurd en start daarop de aangesloten ver-
bruiker overeenkomstig vroeger.
Voorbeeld: De starttijd van de verbruiker is programmerign voor
elke van de week om 06:00 uur.
Als het opwarmen vb. op maandag 30 minuten heeft geduurd om
de gewenste temperatuur te bereiken, wordt de verbruiker op
dinsdag al om 05:30 uur geactiveerd.
Als de gewenste temperatuur op dinsdag echter na een opwarm-
tijd van 25 minuten wordt bereikt, wordt de verbruiker op woens-
dag pas om 05:35 uur geactiveerd.
Zoals u ziet, verandert de tijd wanneer de verbruiker wordt geac-
tiveerd automatisch, afhankelijk van de duur van het opwarmpro-
ces de dag voordien.
Ga als volgt te werk:
1.
Na de selectie van functie H4 „OPTIMUM START" en bevesti-
ging met de toets „OK" (2) knippert „YES" ofwel „NO".
2. Met de toetsen „–" (5) en „+" (6) kunt u kiezen tussen:
"YES" = functie „OPTIMUM START" ingeschakeld
"NO" = functie „OPTIMUM START" uitgeschakeld
3. Bevestig de instelling met de toets „OK" (2).
De kamerthermostaat bevindt zich daarop opnieuw in het
vorige menu ter selectie van de functies.
Om het menu te verlaten en naar de normale weergave terug
te keren, drukt u evt. meermaals op de toets „MENU" (3).
167